•
NEN-EN-IEC 62305 – Bliksembeveiliging
•
Arbowet en Arboregeling - Veilig werken
•
NEN 3140 - veilige bedrijfsvoering laagspanning installaties
•
Checklist VCA - Veilig werken op de werkvloer
•
Richtlijn A-blad steigerbouwen
Stabiliteit en conditie van het dak en dakbedekking
-
De dakhelling moet kleiner zijn dan 5° voor platdak-systemen en vanaf 5 graden tot 75 graden voor schuindak-
systemen.
-
De conditie van het dak dient vooraf te worden gecontroleerd op voldoende sterkte om het gewicht van het
montagesysteem inclusief PV-panelen en wind- en sneeuwbelasting te kunnen dragen. Let er op dat de
belastingreserve van het dak niet plaatselijk noch in zijn geheel wordt overschreden.
-
Controleer de stabiliteit van het dak en pas het dak/constructie aan waar nodig.
-
Controleer vóór plaatsing van het PV-systeem of de dakbedekking en/of isolatie geschikt is voor de druk en de
werking van het montagesysteem. De maximale druk is weergegeven in het projectrapport van de ValkPVplanner
of op te vragen bij Van der Valk Solar Systems.
-
Het opbollen van dakbedekking dient te worden voorkomen. Het opbollen van de dakbedekking kan zorgen voor
een ongewenste verplaatsing van het montagesysteem of ballast. Het is de verantwoordelijkheid van de
installateur om het opbollen van de dakbedekking tegen te gaan.
-
Factoren zoals bovenloopkranen, seismische activiteiten en andere factoren die effect hebben op de stabiliteit van
het dak en/of gebouw, kunnen invloed hebben op het geplaatste PV-systeem. Van der Valk Solar Systems houdt
geen rekening met deze factoren, tenzij elders schriftelijk bevestigd.
-
Het dakoppervlak waarop het montagesysteem wordt aangebracht dient schoon, droog, vlak te zijn.
-
De dakhoogte mag maximaal 25 meter bedragen wanneer het project is berekend in de ValkPVplanner en
overeenkomstig is met de dakhoogte in het projectrapport. Voor plaatsing op daken hoger dan 25 meter dient
altijd vooraf contact te worden opgenomen met Van der Valk Solar Systems.
Dakzones
-
Houd tijdens de installatie van het montagesysteem altijd goed rekening met de geldende dakzones volgens
EN1991-1-4. Plaatsing in de randzone van het dak (de afstand gemeten vanaf de dakrand die gelijk is aan 1/5 van
de gebouwhoogte) is alleen mogelijk wanneer hier in de calculatie expliciet rekening mee is gehouden.
-
Het is mogelijk om in de ValkPVplanner (calculatiesoftware) panelen in de randzone van het dak in te tekenen, op
basis waarvan automatisch de benodigde extra ballast of bevestigingspunten worden berekend. Hiervoor moet de
ontwerpmodus "Satelliet" of "Blanco plattegrond" worden gebruikt. De randzone wordt automatisch door de
ValkPVplanner berekend op basis van de dakhoogte en gebouwomtrek, volgens de geldende normering. Indien de
ontwerpmodus "Simple mode" is gebruikt, wordt er in de berekening altijd vanuit gegaan dat de panelen zich
volledig in de middenzone van het dak bevinden.
-
Indien panelen van het ValkPro+ systeem geheel of gedeeltelijk in de randzone zijn geplaatst, is het verplicht om
zijplaten toe te passen.
-
ValkKITS (ValkBox3, ValkDouble, ValkTriple, ValkQuattro) mogen enkel in de middenzone van het dak worden
geplaatst. Plaatsing in de randzone is bij deze systemen niet toegestaan.
Ballast
-
Na plaatsing van het montagesysteem, dient zorgvuldig te worden gecontroleerd of de ballast conform de
ballasttekening van het project is geplaatst. Tegels dienen netjes te zijn gestapeld, zodat zij voldoende worden
ondersteund door de tegeldragers, massadragers en/of ballastvleugels.
Dilataties
-
De maximale toegestane grootte van het gekoppelde / aaneengesloten systeem bedraagt maximaal 30 meter in de
aluminium richting en 60 meter in de staal richting. De maximale toegestane aaneengesloten lengtes zijn bepaald
op basis van een maximaal temperatuurverschil (Delta T) van 70 graden Celsius.
Van der Valk Solar Systems BV
Installation manual – ValkPitched – corrugated roof v1.1
2