Inhoudsopgave
Advertenties
1.2 Installatie
Brandstoffen
De houtkachel kan worden gebruikt met de hieronder beschreven brandstoftypes.
Op deze manier kan een "weinig rook" en probleemloze werking worden
gegarandeerd. Gebruik uitsluitend droog hout met een vochtgehalte van maximaal
20%.
Brandstoftypes
Hard hout
Zacht hout
Bruinkool
Vulhoeveelheden
-Gekloofde stammetjes: max. lengte: max. 2 gekloofde stammetjes per vulling, ca.
1,7 kg
Bruinkoolbriket: max. 1,7 kg (ca. 2 stuks).
Verwarming, aanmaakhout
Hout
Bruinkool
HET IS NIET TOEGESTAAN afval, fijne spaanders, schors, hout behandeld met
beschermende chemicaliën, papier en karton te verbranden. Gebruik voor
aanmaakhout a.u.b. houtschraapsel of speciale haardstarter, maar nooit vloeibare
middelen!
• Verwijder vóór installatie het beschermelement voor transportbeveiliging van de
afschermplaat over de verbrandingsruimte (Afbeelding 6).
Waarschuwing!
of een onprettig luchtje worden afgegeven. Zorg altijd voor voldoende
ventilatie van de kamer (door ramen en deuren te openen), en verhit de
houtkachel op maximum nominale verwarmingvermogen. Als de
maximum temperatuur bij het eerste gebruik niet wordt bereikt, kunnen de
bovengenoemde effecten later ook optreden
Brandstof
Nominale
verwarmingvermogen
Nominale
verwarmingvermogen
Buiten bedrijf stellen
Bij ontsteking van het eerste aanmaakhout, kan er wat rook
Benaderde
verwarmingswaarde in KJ/kg
19,500
14,600
11,500
Tabel 1
Instellingen van de
hoofdluchtregelaar
Tabel 2
.
7
III/II
II/I
III/II
I
Advertenties
Inhoudsopgave
