3
Batterijpakket en lader
3.1
Batterijpakket en opladen
1. Sluit de lader (A) aan op de netspanning.
2. Sluit de laadstekker (B) van de lader aan op het contactpunt van het
batterijpakket (C).
3. Tijdens het laden brandt het lampje (D) op de lader rood. Wanneer het
batterijpakket volledig geladen is, dan brandt het lampje groen. Na 24 uur
wordt het laden automatisch stopgezet. Het lampje op de lader blijft
groen branden.
11