(Optioneel) De signaalkabel installeren
3.6
•
Niet alle omvormermodellen worden geleverd met de signaalkabelconnector.
•
Bij het leggen van de signaalkabel dient u deze te scheiden van de stroomkabel en weg te
houden van sterke signaalstoringsbronnen om sterke communicatie-interferentie te
vermijden.
•
Zorg ervoor dat de beschermingslaag van de kabel zich in de connector bevindt, dat
overtollige kabelkernen van de beschermingslaag worden afgeknipt, dat de blootliggende
kabelkern volledig in de kabelopening wordt gestoken en dat de kabel goed is aangesloten.
•
Als de Smart Dongle is geconfigureerd, wordt u aangeraden de Smart Dongle te installeren
voordat u de signaalkabel aansluit.
Pindefinities communicatiepoort
Pin Definitie Functie
1
485A1-1 RS485
differentieel
signaal+
3
485B1-1 RS485
differentieel
signaal–
5
PE
Afscher-
mingsaar-
ding
7
485A2
RS485
differentieel
signaal+
9
485B2
RS485
differentieel
signaal–
11 N.v.t.
N.v.t.
13 GND
GND
15
DIN5
Signaal
sneluit-
schakeling+
Beschrijving
Pin Definitie Functie
Wordt gebruikt om
2
omvormers in
cascade te zetten
of aan te sluiten
4
op de RS485-
signaalpoort op de
SmartLogger
6
N.v.t.
Wordt gebruikt om
8
te verbinden met
een RS485-
signaalpoort op
10 DIN2
een Smart Power
Sensor voor
exportbeperking
12 DIN3
N.v.t.
14 DIN4
Wordt gebruikt
voor aansluiting op
16
de DI-signaalpoort
voor snelle
uitschakeling of als
gereserveerde
poort voor de
signaalkabel van
de NS-beveiliging.
10
485A1-2
RS485
differentieel
signaal+
485B1-2
RS485
differentieel
signaal–
PE
Afscher-
mingsaarding
DIN1
Interface met
potentiaalvrij
contact voor
netplanning
GND
Beschrijving
Wordt gebruikt om
omvormers in
cascade te zetten of
aan te sluiten op de
RS485-signaalpoort
op de SmartLogger
N.v.t.
Sluit aan op
rondstuurontvanger.
Raadpleeg de
gebruikershand-
leiding voor meer
details.