4.3
De gashendel
Deze zijn geplaatst onder de handgrepen van het stuur. Hiermee kunt u de snelheid en het
vooruit en achteruit rijden regelen. Met de rechterzijde regelt u het vooruit rijden en de
snelheid door de hoeveelheid druk die u uitoefent. Met de linkerzijde regelt u het achteruit
rijden en de snelheid door de hoeveelheid druk die u uitoefent. Wanneer de hendel
losgelaten wordt, gaat deze terug in de centrale positie en u zult geleidelijk stoppen.
Alle remmen vergrendelen wanneer u de hendel loslaat.
4.4
De parkeerrem
Deze handrem is alleen bedoeld als extra veiligheidsoplossing, indien de scootmobiel op
een helling staat. Hierdoor zal de scootmobiel niet wegrollen. U kunt deze inschakelen
door de rem in te knijpen, waarna u de rem met het zwarte blokje kunt vergrendelen.
Wanneer u weer gaat rijden dient u de parkeerrem altijd eerst weer uit te schakelen!
11