Bijlage
Inbedrijfstelling
g
g
•
Eenheid (afb. 19, 17) van het apparaat via de draagring op de appara-
tuurdoos schroeven. Voor het lichtsignaal wordt een diepe inbouwdoos
aanbevolen.
•
Afdekraam en adapterring over de draagring plaatsen en de centraalplaat
opsteken (afb. 19, 14-16).
06.04 Inbedrijfstelling
Instelling van de oproepsignalen
Op de printkaart van het lichtsignaal bevinden zich twee steekbruggen (jum-
pers), waarmee het akoestische signaal kan worden bijgeschakeld en het
lichtsignaal en de zoemertoon kunnen worden veranderd.
Jumper 1 (afb. 1, JP1):
− gesloten:
− open: Zoemer uitgeschakeld (fabrieksinstelling)
Jumper 2 (afb. 1, JP2):
− gesloten:
- ook in dienstkamer
− open: lichtsignaal/zoemer pulserend - ook in dienstkamer
Werkingscontrole uitvoeren
•
De waarde van de gemeten voedingsspanning mag 21,6 V niet onder-
schrijden.
•
De rode led op de trekimpulsdrukker en oproeptoets moet zwak branden
(oriënteringslicht)
•
Voor de inbedrijfstelling alle functies en signaleringen activeren en contro-
leren (zie noodoproepset toepassen).
07 Bijlage
07.01 Toebehoren
Alle apparaten van de noodoproepset kunnen als uitbreiding van de installatie
of als reservedeel afzonderlijk worden aangeschaft.
Lichtsignaal met afdekraam
Trekimpulsdrukker met afdekraam
Uitschakelknop met afdekraam
Voedingseenheid met afdekraam
Oproeptoets met afdekraam
Dienstkamereenheid met afdekraam
Noodstroomvoeding UPS met afdekraam
Vervanging accumulator voor UPS
18
Zoemer geactiveerd
lichtsignaal/zoemer met continu signaal (fabrieksinstelling)
5203 xx
5202 xx
5201 xx
5204 xx
5206 xx
5205 xx
5214 xx
5214 00 00
Noodoproepset