Versnellen: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk
optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt.
De ecoChallenge-scores resetten
1
Selecteer
> ecoRoute™ > ecoChallenge.
2
Selecteer
> Herstel.
Het brandstofverbruik weergeven
1
Selecteer
> ecoRoute™ > Brandstofverbruik.
2
Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen.
Afstandsrapporten
Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het
gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de
route naar een bestemming.
Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt.
Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een
afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd.
Een afstandsrapport bekijken
U kunt opgeslagen afstandsrapporten op het toestel bekijken.
TIP: U kunt het toestel aansluiten op uw computer en
afstandsrapporten openen in de map Rapporten op het toestel.
1
Selecteer
> ecoRoute™ > Afstandsrapport.
2
Selecteer een rapport.
ecoRoute informatie herstellen
1
Selecteer
> ecoRoute™ > Voertuigprofiel.
2
Selecteer Herstel.
Rijtips
• Rijd de maximumsnelheid. Voor de meeste voertuigen geldt
dat een snelheid tussen de 70 en 100 km/h een optimaal
brandstofverbruik oplevert.
• Houd een constante snelheid aan.
• Pas uw snelheid geleidelijk en consistent aan.
• Vermijd stilstaand verkeer en de spits.
• Laat uw voet niet op het rempedaal rusten.
• Gebruik de cruise control.
• Zet uw auto uit in plaats van deze stationair te laten draaien
bij korte stops.
• Combineer korte ritten in één langere rit met meerdere stops.
• Schakel de airconditioning uit en open de ramen, tenzij u met
hoge snelheid over de snelweg rijdt.
• Draai de tankdop goed aan.
• Parkeer uw auto in de schaduw of in de garage.
• Verwijder overtollig gewicht uit de auto. Verwijder overbodige
voorwerpen uit uw voertuig.
• Laad geen voorwerpen op het dak. Verwijder imperialen en
verwijderbare rekken wanneer u deze niet gebruikt.
• Zorg ervoor dat u de aanbevolen bandenspanning behoudt.
Controleer de bandenspanning regelmatig en voor langere
ritten.
• Zorg ervoor dat uw voertuig altijd goed is afgesteld en houd
de door de voertuigfabrikant aanbevolen hoeveelheid
periodieke onderhoudscontroles aan.
• Ververs de olie en vervang uw olie- en luchtfilters regelmatig.
• Gebruik de brandstofsoort met het laagst aanbevolen
octaangehalte. Gebruik biobrandstoffen waar mogelijk, zoals
E85 en biodiesel.
Een reis plannen
U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere
bestemmingen te maken en op te slaan.
1
Selecteer
> Reisplanner.
Gegevensbeheer
2
Selecteer Nieuwe reis.
3
Selecteer Selecteer startlocatie.
4
Zoek naar een locatie
(Een locatie zoeken op categorie,
pagina
2).
5
Selecteer Selecteer.
6
Selecteer
om meer locaties toe te voegen.
7
Selecteer Volgende.
8
Selecteer Sla op.
9
Voer een naam in en selecteer OK.
Vertrektijd en verblijfsduur plannen
U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere
bestemmingen te maken en op te slaan.
1
Selecteer
> Reisplanner.
2
Selecteer een reis.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vertrektijd.
• Selecteer Aankomsttijd.
5
Selecteer een datum en tijd en selecteer Sla op.
6
Selecteer Tijdsduur.
7
Selecteer de tijd die u wilt doorbrengen op de locatie en
selecteer Sla op.
8
Herhaal, indien nodig, de stappen 3–7 voor iedere locatie.
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer
> Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start.
Een opgeslagen reis bewerken
1
Selecteer
> Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Wijzig naam van reis.
• Selecteer Bewerk bestemmingen om locaties toe te
voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties
te wijzigen.
• Selecteer Wis reis.
• Selecteer Optimaliseer volgorde om uw
reisbestemmingen in de meest efficiënte volgorde te
plaatsen.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
pagina
16).
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer
> Waar ik was.
Gegevensbeheer
U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de
geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
98, ME, Windows NT
, en Mac
®
(Toestel- en privacyinstellingen,
OS 10.3 en ouder.
®
95,
®
13