4.1 I Overwintering
• Wanneer er gevaar van vorst bestaat, moet de fi lter worden overwinterd. Het bevriezen van
de fi lter kan ernsti ge schade veroorzaken en doet de garanti e vervallen.
• Laat de fi lter af (zie § "4.2.2 Afl aten van de fi lter") evenals het hydraulische circuit (pomp, leidingen) volgens de
instructi es van de fabrikant.
• Bedek eventueel het apparaat met een zeil om het te beschermen tegen weersinvloeden.
4.2 I Onderhoud
• We bevelen een algemeen onderhoud van het apparaat aan ten minste eenmaal per jaar om
de werking van het apparaat te controleren, om de prestati es te handhaven en om mogelijk
storingen te voorkomen. Deze handelingen zijn ten laste van de gebruiker, en moeten worden
uitgevoerd door een technicus.
4.2.1 Onderhoud uit te voeren door de gebruiker
• De buitenzijde van het apparaat reinigen, geen product gebruiken op basis van oplosmiddelen.
• Controleer de fi lterdruk, en de toestand van de manometer en de ontluchter één keer per week (reinig de fi lterpatroon,
zie § "4.2.3 Reinig of vervang de fi lterpatroon").
• Verwijder vuil uit de voorfi lterkorf van de pomp (zie pomphandleiding).
• Controleren of er geen lekken zijn in het hydraulisch circuit.
4.2.2 Afl aten van de fi lter
• De fi lterpomp stoppen.
• Sluit de afsluiters op de zuig- en persleiding.
• De ontluchti ng van de fi lter openen.
• Laat de fi lter af door het verwijderen van de aft applug of het openen van de aft apklep naargelang het geval.
• Plaats de aft applug terug of sluit de aft apklep na het afl aten van het water.
• Voor het weer operati oneel maken, zie §"3.2 I Indienststelling".
8
❹ Onderhoud
H0590700.B - NL - 2016-08