2
UW LITTER-ROBOT INSTELLEN
2.1
ZORG VOOR EEN JUISTE PLAATSING
•
Plaats de Litter-Robot indien mogelijk op dezelfde locatie als de
oude kattenbak (tenminste tijdens de overgang).
Zorg ervoor dat het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond
•
staat. Vermijd zachte, ongelijke of onstabiele vloeren.
Bewaar het apparaat binnenshuis op een koele, droge plaats.
•
Verminder blootstelling aan hoge temperatuur en vochtigheid.
Plaats het apparaat in de buurt van een stopcontact. Zorg
•
ervoor dat het apparaat niet tegen een muur of in een hoek
wordt geduwd (mag geen muren raken).
Plaats strooiselmatten of vloerkleden voor of volledig onder het
•
apparaat. Geen gedeeltelijk matten onder het apparaat leggen.
Gebruik alleen laagpolige (¼ duim/ 0,6 cm) vloerkleden en
matten.
2.2
STROOISEL TOEVOEGEN
Wanneer u de Litter-Robot voor het eerst vult, is het beste het merk te blijven gebruiken dat u eerder gebruikte,
zolang het een klonterig type afval is. Als u momenteel een niet-klonterend type gebruikt, moet u overschakelen
naar een klonterend type. Houd er rekening mee dat uw kat zich moet aanpassen aan de nieuwe kattenbak, en
het tegelijkertijd introduceren van een nieuw nest kan hun angst vergroten.
Vul de Globe door de opening met klonterend strooisel totdat het de verhoogde
plat uitgespreid is (ongeveer 8-10 pond/ 4,5 kg bij gewicht of 1 ½ gallon/ 5,5 l bij volume).
Pas op dat u de Globe niet te vol vult.
Het Litter-Robot-strooisysteem vereist klontering om goed te kunnen werken. Wij raden een hoogwaardig
klei-achtig klontjes aan. Strooiselparels en kristallen die klein genoeg zijn om door het scherm te gaan,
werken ook (periodiek wisselen van dit type strooisel is vereist).
Gebruik GEEN strooisels die strikt absorberend, niet-klonterend, losse klonterend, op kranten
gebaseerd of op hout gebaseerde pellets zijn.
Als u niet zeker weet of uw huidige merk strooisel geschikt is voor de Litter-Robot, neem dan contact met ons op via
support@litter-robot.com.
Vul Lijn
raakt totdat het
VUL LIJN