8
XENYX 1202FX/1002FX Gebruiksaanwijzing
De rode "+48 V"-LED brandt, wanneer de fantoomvoeding ingeschakeld is.
De fantoomvoeding is noodzakelijk bij het gebruik van condensatormicrofoons en
wordt geactiveerd met de erboven geplaatste +48 V-schakelaar.
◊
Sluit alle benodigde microfoons aan, alvorens u overgaat tot het
inschakelen van de fantoom voeding. Sluit of koppel geen microfoon
aan of los van het mengpaneel, als de fantoomvoeding ingeschakeld
is. Bovendien dienen de monitor/PA-luidsprekers te worden
stilgeschakeld voordat u de fantoomvoeding in gebruik neemt.
Wacht na het inschakelen ca. één minuut, voordat u de ingangs-
versterking instelt, zodat het systeem eerst kan stabiliseren.
◊
Let op! Gebruik in geen geval asym metrisch geschakelde
XLR-verbindingen (PIN 1 en 3 verbon den) op de MIC-ingangsbussen,
wanneer u de fantoom voeding in gebruik wilt nemen.
POWER
De blauwe POWER-LED geeft aan, dat het apparaat ingeschakeld is.
NIVEAU-INDICATIE
De zeer precieze 4-segments-niveau-indicatie geeft u steeds een precies
overzicht over de intensiteit van het weergegeven signaal.
Modulatie:
Om het niveau in te stellen dient u de LEVEL-regelaar van de ingangskanalen in
de middelste positie te brengen en met de TRIM-regelaar de ingangsversterking
zover te verhogen dat een niveau van maximaal 0 dB wordt weergegeven.
Bij de opname met digitale recorders dienen de Peak-meters van de recorder
niet hoger te komen dan 0 dB. Dat heeft daarmee te maken, dat in tegenstelling
tot de analoge opname reeds de kleinste oversturingen (die ook zeer plotseling
optreden) tot onprettige, digitale vervormingen leiden.
Bij analoge opnames dienen de VU-meters van het opname-apparaat tot ca.
+3 dB bij laagfrequente signalen (bijv. Bass Drum) uitslaan. VU-meters hebben
bij frequenties boven 1 kHz vanwege hun traagheid de neiging, het signaalniveau
te laag weer te geven. Bij instrumenten als een Hi-Hat is het daarom beter,
maar tot -10 dB uit te sturen. Snare Drums stuurt u tot ca. 0 dB uit.
◊
De CLIP-LEDs van uw XENYX geven het niveau min of meer frequentie-
onafhankelijk weer. Raad zaam is een opnameniveau van 0 dB voor alle
soorten signalen.
MAIN MIX
Met de MAIN MIX-Fader kunt u de geluidssterkte van de Main Out.
PHONES/CONTROL ROOM
Via de PHONES/CONTROL ROOM-regelaar bepaalt u het niveau van de
CONTROL ROOM en PHONES-uitgangen.
CD/TAPE TO MIX
Wanneer de CD/TAPE TO MIX schakelaar ingedrukt is, wordt de CD/Tape
ingang naar de Main Mix geschakeld is en hij dient dan als extra ingang voor
bandopnames, MIDI-instrumenten of andere signaalbronnen, die geen verdere
bewerking vereisen.
CD/TAPE TO CTRL
Druk op de schakelaar CD/TAPE TO CTRL, om de CD/Tape ingang ook naar
de monitoruitgang (CTRL ROOM OUT/PHONES) te schakelen. Een typische
studiotoepassing van deze functie is de opname van muziek in een Digital Audio
Workstation (DAW) bij gelijktijdige weergave.
Wanneer u via TAPE OUTPUT een signaal opneemt en dit tegelijk via CD/TAPE
INPUT wilt kunnen be-luisteren, dan mag de CD/TAPE TO MIX-schakelaar niet
ingedrukt zijn. Op die manier zou er een lus ontstaan, aangezien dit signaal via de
Main Mix weer bij TAPE OUTPUT zou worden uitgevoerd. Bij deze toepassing moet
u het tape-signaal met behulp van CD/TAPE TO CTRL naar de monitorluidsprekers
of de koptelefoon verleggen. In tegenstelling tot de Main Mix worden deze
signalen niet naar TAPE OUTPUT uitgevoerd.
FX TO CONTROL
Wanneer u via uw koptelefoon of via de monitorluidsprekers alleen het
effectsignaal wilt beluisteren, dan drukt u op de FX TO CTRL schakelaar.
Het signaal van het effectapparaat kan dan apart worden beluisterd en het
Main Mix- of CD/Tape signaal is niet meer hoorbaar via de koptelefoon- en
Control Room-uitgangen.
2.5 Digitale effectprocessor
Afb. 2.5: De Effectsectie
100 EERSTEKLAS EFFECTEN
De XENYX 1002FX/1202FX beschikt over een ingebouwde digitale
stereo effectprocessor. Deze effect processor biedt u een breed scala van
standaardeffecten zoals Nagalm, Chorus, Flanger, Delay en diverse combinatie-
effecten. Via de FX-regelaar in de kanalen kunt u de effectprocessor met
signalen voeden. De geïntegreerde effectmodule heeft het voordeel dat er geen
kabels hoeven te worden aangesloten. Daarmee wordt a priori het risico van
signaalbrom of ongelijk matig heden in de niveaus vermeden en het bedienings-
gemak verhoogd.
SIGNAL en CLIP LED
De SIGNAL LED op de effectmodule geeft een actief signaal aan met een niveau
dat hoog genoeg is. De LED dienst voortdurend te branden. Let er echter op
dat de CLIP LED alleen bij niveaupieken brandt. Brandt deze constant, dan is er
sprake van oversturing van de effectprocessor en er kunnen zich onaangename
vervormingen voordoen. Mocht dat het geval zijn, dan stelt u de FX-regelaar in de
kanalen iets lager in.
PROGRAM
De PROGRAM-regelaar heeft twee functies: door draaien van de PROGRAM-
regelaar selecteert u een effectnummer. Het display geeft knipperend het
nummer van de zojuist ingestelde preset aan. Om de gekozen preset te
bevestigen, drukt u op de PROGRAM-regelaar; het knipperen hoort op.
FX TO MAIN
Met de FX TO MAIN-regelaar wordt het effectsignaal in de Main Mix ingevoerd.
Als de regelaar linksom gedraaid is, is er géén effectsignaal te beluisteren.
Op het bijgevoegde extra sheet vindt u een overzicht van alle presets van de
multi-effectprocessor.