Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Programmeerfunctie bewerken en
opslaan
U kunt een programmeerfunctie in-/uit-
schakelen of verschillende opties kie-
zen.
De optie van de programmeerfunctie
verschijnt in de display als in combi-
natie met een cijfer,
bijv. .
Raak de sensortoets of aan om
de programmeerfunctie in of uit te
schakelen of kies een optie:
Programmeerfunctie
mogelijke keuzes
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
tot
X
X
X
X
X
Programmeerfuncties
X = selecteerbaar, = fabrieksinstelling
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Het nummer van de programmeerfunc-
tie licht nu opnieuw op, bijv. .
Programmeerniveau verlaten
Draai de programmakeuzeschakelaar
op de stand .
De programmering is nu constant opge-
slagen. U kunt dit op elk moment weer
wijzigen.
X
X
X
79