Volgende onderdelen dienen regelmatig gereinigd te worden:
de brandstofsproeier en -filter
de filter van de brandstofpomp
de voorfilter bij het vullen van de brandstoftank
de electrodes (eveneens hun positie checken)
de schroefbladen van de ventilator
het binnenste van het toestel (met perslucht)
de foto-elektrische cel (met ethanol)
Controleer regelmatig de staat van elektrische kabels en aansluitingen.
Controleer regelmatig de brandstoffilter – de filter vervangen indien nodig.
7. PROBLEMEN & OPLOSSINGEN
OORZAAK
PROBLEEM
Het toestel
Er is geen stroom
start niet
De kabel is beschadigd of de
zekeringen zijn doorgeslagen
De omgevingsthermostaat werd op
een te lage temperatuur ingesteld
Het veiligheidsdopje (schunt) van
het stopcontact van de thermostaat
is niet op zijn plaats
De veiligheidsthermostaat is in
werking getreden
Het toestel start,
De foto-elektrische cel is vuil of
de brander
defect
treedt in
werking, maar
De
elektrische
het toestel
beveiligingskast
springt op
automatische werking van de
"veiligheid"
brander is defect
Het toestel start,
De brandstofsproeier is verstopt
maar de brander
OPLOSSING
Controleer
de
voeding
en
de
installatie
De schade laten herstellen door
een bevoegde technicus
De omgevingsthermostaat op
een
hogere
instellen
Het veiligheidsdopje correct
plaatsen
Een "Reset" van de
veiligheidsthermostaat
uitvoeren
De foto-elektrische cel reinigen
of desnoods vervangen
Zich wenden tot een bevoegde
bedienings-
en
technicus
voor
De brandstosproeier reinigen of
vervangen
niet – het toestel
springt op
veiligheid
Het toestel start,
maar de
verbranding
verloopt niet
goed
elektrische
elektrische
temperatuur
Het toestel
springt te vroeg
op veiligheid –
de veiligheids-
thermostaat
treedt in werking
Foto-elektrische cel is in haar
werking gestoord door een te felle
bron van licht
De
elektrische
bedienings-
en
beveiligingskast voor automatische
werking van de brander is defect
Geen brandstof in de tank
Elektrische
voeding
defect,
electroden
vuil,
beschadigd
of
slecht gepositioneerd
Leidingen
verstopt,
geheel
of
gedeeltelijk
Brandstoffilters verstopt
Er
komt
lucht
in
de
brandstoftoevoer
Weinig druk op de brandstofpomp
Te weinig lucht (zuurstof) voor een
goede verbranding
Defecte ventilatie
Overhitting van het toestel
Veiligheidsthermostaat defect
Checken
en
toestel
en
bewuste bron van licht van
elkaar verwijderen
Zich wenden tot een bevoegde
technicus
De brandstoftank vullen
De bewuste delen reinigen of
zich wenden tot een bevoegde
technicus
Reinigen
of
desnoods
vervangen
Reinigen
of
desnoods
vervangen
De
leidingen
checken
en
desnoods vervangen
Zich wenden tot een bevoegde
technicus
Checken of de luchttoevoer
naar de brander correct is
Checken of de verluchting in
het lokaal zelf beantwoordt aan
de eisen
Zich wenden tot een bevoegde
technicus
Zich wenden tot een bevoegde
technicus