III. BEDIENINGSELEMENTEN
Hoewel de VENTILATOR II een digitaal apparaat is, is de
bediening vergelijkbaar met een analoog effectenapparaat en dus
duidelijk en gemakkelijk te begrijpen.
Om vertrouwd te raken met het apparaat, raden wij als uitgangspunt
de volgende instellingen aan:
- HI / LO gain schakelaar op Lo (niet ingedrukt)
- Fast Speed, Balance, Mix / Dist Lo, Mix / Dist Hi, Slow Speed,
Acceleratie en Level op de middenpositie
- Drive helemaal naar links (uit)
- MODE parameter naar KEY (= meest rechtse positie) voor orgel en
op GIT2 (12 uur positie) voor gitaar
- Draai de REMOTE control op off als u naar de secondaire parameter
mode gaat en stel de REMOTE potmeter op de meest rechtse positie
in.
III.1. SWITCHES, LEDs
BYPASS
Met deze schakelaar wordt het rotoreffect in- en uitgeschakeld.
In de bypass-mode, dooft de bijbehorende rode LED (= effect
uit) en het ingangssignaal wordt door relais naar de uitgangen
geschakeld (True Bypass).
SLOW / FAST
Deze schakelaar schakelt de snelheid van het rotary-effect beurtelings
op langzaam of snel. Bas- en treblerotoren lopen, net als bij de
originele Leslie, niet synchroon in licht verschillende snelheden.
Ook de tijden voor accelereren / afremmen zijn ten opzichte van
elkaar verschillend, deze duren voor de basrotor duidelijk langer.
6