Het wordt aanbevolen om het brandpunt aan te passen nadat het brandpunttestpatroon gedurende 30
minuten is weergegeven. Voor meer informatie over het testpatroon raadpleegt u "[TEST PATTERN] menu"
(x Gebruiksaanwijzing – Functiehandleiding).
rInstalleer de projector niet op een hoogte van 4 200 m (13 780') of hoger boven
zeeniveau.
rGebruik de projector niet op een locatie waar de omgevingstemperatuur hoger is dan
45 °C (113 °F).
Als de projector gebruikt wordt op een locatie waarvan de hoogte of de temperatuur te hoog is, dan kan dit ten
koste gaan van de gebruiksduur of tot storingen leiden.
De bovengrens van de bedrijfstemperatuur verschilt naargelang de hoogte boven het zeeniveau.
Bij gebruik van de projector op een hoogte tussen 0 m (0') en 1 400 m (4 593') boven zeeniveau: 0 °C (32 °F) tot
45 °C (113 °F)
Bij gebruik van de projector op een hoogte tussen 1 400 m (4 593') en 4 200 m (13 780') boven zeeniveau: 0 °C
(32 °F) tot 40 °C (104 °F)
rProjectie in alle 360°-richtingen is mogelijk.
360°
360° verticaal
rDe geometrische aanpassing is uitgeschakeld wanneer een afbeelding in hetzelfde
formaat wordt geprojecteerd.
De functie voor geometrische aanpassing kan niet worden gebruikt wanneer het videosignaal in hetzelfde
formaat binnenkomt. Volg tijdens de installatie van de projector onderstaande instructies zodat de geprojecteerde
afbeelding niet wordt vervormd.
f Gebruik een plat scherm.
f Installeer de projector zodanig dat de voorzijde van de projector parallel loopt met het scherm.
f Installeer de projector zodanig dat de afbeelding kan worden geprojecteerd binnen het bereik waarin de lens
kan worden verschoven.
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
360°
360° horizontaal
360°
360° gekanteld
(combinatie van verticaal en horizontaal)
NEDERLANDS - 13