EENMALIG-DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-SP2)/ZELF-OMKERENDE EENMALIG-DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER (AR-RP1)
Gebruik van de SPF of RSPF
Zorg ervoor dat er geen paperclips of nietjes in de originelen
●
zitten.
Beschadigde of gekreukte originelen kunnen vastlopen in
●
de SPF of RSPF. Wij raden u aan dergelijke originelen
vanaf de glasplaat te kopiëren.
Als u gekrulde of golvende originelen in de
●
origineelinvoerlade wilt plaatsen, dient u deze eerst glad te
strijken. Indien u dit niet doet kunnen de originelen
vastlopen.
De beste methode om originelen met ponsgaten in te
●
voeren, is de rand met de ponsgaten aan de rechter kant of
langs de origineelgeleiders te plaatsen. In dit geval is het
mogelijk dat de instellingen voor kantlijnverschuiving en
beelddraaiing moeten worden veranderd om ervoor te
zorgen dat de beelden in de juiste richting worden
gekopieerd. Zie blz. 59 en 71.
58
Speciale originelen, zoals transparanten en overtrekpapier,
●
mogen niet door de SPF of RSPF worden ingevoerd, maar
moeten vanaf de glasplaat worden gekopieerd.
De handinvoer en iedere papierlade waarin niet-
●
standaardformaat papier is bijgevuld, kunnen niet gebruikt
worden in de dubbelzijdig kopieerfunctie.
Wanneer de staffelfunctie is ingeschakeld met behulp van
●
gebruikersprogramma nr. 19, zal iedere kopieset
versprongen worden gestapeld op de voorafgaande kopieset
in de sorteerfunctie en de groepeerfunctie.
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de ononderbroken-invoerfunctie in werking is
gesteld met behulp van gebruikersprogramma nr. 4, zal de
SPF-indicator gedurende ongeveer 5 seconden bijven
knipperen nadat het invoeren van alle originelen klaar is.
Terwijl deze indicator knippert zullen enige nieuwe
originelen die in de SPF of RSPF worden geplaatst,
automatisch worden ingevoerd en gekopieerd. Zie blz. 37,
GEBRUIKERSPROGRAMMA'S.
Enkelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Controleer dat er geen origineel op de glasplaat ligt.
1
Stel de origineelgeleiders af op de breedte van de
2
originelen.
3
Plaats de originelen met de te kopiëren kant naar boven
gericht in de origineelinvoerlade.
De SPF-indicator licht op. Als deze indicator niet oplicht, zijn de
●
originelen niet goed geplaatst of is de SPF of RSPF niet goed gesloten.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator die overeenkomt met het
●
vastgestelde origineelformaat zal oplichten en de papierlade met het
overeenkomstige papierformaat zal automatisch worden gekozen.
De automatisch papierkeuzefunctie kan worden uitgeschakeld met
●
behulp van gebruikersprogramma nr. 8. Als deze functie is
uitgeschakeld, drukt u op de PAPIERLADEKEUZE-toets (
de gewenste papierlade te kiezen. Zie blz. 37, GEBRUIKERS-
PROGRAMMA'S.
Om op een ander papierformaat te kopiëren, drukt u op de
●
PAPIERLADEKEUZE-toets (
kiezen.
De handinvoer kan niet automatisch worden gekozen.
●
4
Controleer dat de enkelzijdig naar enkelzijdig
kopieerfunctie is gekozen op het ORIGINEEL NAAR
KOPIE-gedeelte van het bedieningspaneel.
Wanneer geen enkele indicator op het ORIGINEEL NAAR KOPIE-
●
gedeelte van het bedieningspaneel oplicht, is de enkelzijdig naar
enkelzijdig kopieerfunctie gekozen.
) om het gewenste papierformaat te
) om