Gebruikershandleiding | Excel G-Basic
4.4.2
Het afgaan van een helling
Zorg er voor dat bij het afgaan van een helling de voetsteun minimaal zeven centimeter van de grond verwijderd is.
Houdt ook altijd uw gezicht naar voren als u een helling afgaat. Leun echter nooit naar voren wanneer u een helling
afgaat. Dit kan resulteren in het voorover kantelen van de rolstoel. Om de stabiliteit te verhogen kunt u beter licht
naar achteren leunen.
Om de controle over uw rolstoel te houden, is het belangrijk dat u niet te snel naar beneden gaat. De snelheid
kunt u onder controle houden door de hoeveelheid grijpkracht die u op de hoepels van de rolstoel uitoefend. Bij
deze handeling glijden de hoepels door uw handen en onstaat er wrijving. Om te voorkomen dat u uw handen
verbrand raden wij u aan om handschoenen te dragen. Maak geen gebruik van de wielremmen tijdens het afdalen.
Deze remmen zijn alleen geschikt voor gebruik wanneer u stilstaat. Voorkom daarnaast ook dat u niet van richting
verandert tijdens het afdalen. Hierdoor wordt de kans groter dat u omvalt.
Als uw begeleider u ondersteund bij het afdalen, dient hij of zij zich er van bewust te zijn dat er een behoorlijke
trekkracht moet worden uitgeoefend.
4.5
Het op- en afgaan van trappen
Eén van de grootste obstakels voor rolstoelgebruikers zijn trappen. Het is echter wel mogelijk om, samen met twee
begeleiders, een trap op of af te gaan met uw rolstoel. U en uw begeleiders moeten zich wel beseffen dat er een
behoorlijk gewicht verplaatst moet worden.
4.5.1
Het opgaan van een trap
Wanneer u met uw rolstoel een trap op wilt gaan, moet dit altijd achterwaarts worden uitgevoerd. Zorg er voor dat
er één begeleider aan de voorkant staat en één begeleider aan de achterkant. De begeleider die achter de rolstoel
staat pakt de duwhandvatten van de rolstoel vast en kantelt de rolstoel tot deze in balans is en het zwaartepunt
zich op het laagste punt bevindt. Wanneer de rolstoel gekanteld is en de rolstoel alleen op de achterwielen rust,
pakt de begeleider die aan de voorzijde staat het zijframe vast. Op dat moment staat de rolstoel in de juiste positie
om de trap op te gaan. De begeleider aan de voorzijde tilt de rolstoel op aan het zijframe, terwijl de begeleider
aan de achterzijde één trede omhoog loopt en tegelijkertijd de rolstoel met zich mee tilt omhoog. Herhaal deze
handeling tot u boven aan de trap bent. Laat de rolstoel pas weer op de zwenkwieltjes rusten zodra de rolstoel in
zijn geheel boven aan de trap is en rust op een vlakke ondergrond.
Waarschuwing
Als u met uw rolstoel een trap op gaat, dient u maximaal één traptrede tegelijk te nemen. Hiermee voorkomt u het
risico dat u van de trap valt met uw rolstoel
Koperslagerij 3 | 4651 SK Steenbergen | The Netherlands | T: +31 (0)167-573020 | E: info@vanosmedical.nl | W: www.vanosmedical.nl
13
© 2015 Excel, onderdeel van Van Os Medical B.V.