5.5 Verankeringen
Verankeringen maken de steiger stabieler. Ze zijn vereist vanaf werkvloerhoogte 8 meter buiten aan de
gevel (Euroscaffold / Extrusie 135). Breng vanaf 8 meter hoogte minimaal om de 4 meter hoogte
verankeringen aan op elk frame te beginnen op 2 meter hoogte.
Veranker met haakse of draaibare koppelingen aan beide opbouwframes (aan staander of sport).
Gebruik alleen koppelingen die geschikt zijn voor aluminium buizen met diameter 50,8 mm en de buis
niet beschadigen. Veranker indien mogelijk ook beneden deze hoogtes en bij sterke wind. Verankeringen
dienen een stevige en starre verbinding te maken tussen steiger en gevel. De constructie of het gebouw
moet geschikt zijn om de krachten op te kunnen vangen. Veranker uitsluitend op daarvoor geschikte
plaatsen aan een constructie of gebouw en bij voorkeur in de volle steen.
Veranker ALTIJD bij gebruik van afschermmaterialen, overkappingen en reclameborden.
Let op: een steiger vastzetten met een touw wordt niet gezien als verankering maar kan
uiteraard wel een positief effect hebben op de stabiliteit van de steiger.
6 Verplaatsen
•
Verrol de steiger met minimaal 2 personen.
•
Verrol geen steigers die hoger zijn dan 8 meter (Euroscaffold / Extrusie 135) en 6 meter
(Euroscaffold / Extrusie 75). Demonteer een hogere steiger eerst tot deze hoogte alvorens de
steiger te verrollen.
•
Verrol geen steiger bij een windkracht groter dan 4 Beaufort.
•
Verrol de steiger over de langste richting van de steiger. Verrol met handkracht waarbij de kracht
zoveel mogelijk aan de basis van de steiger moet worden uitgeoefend. Verrol hierbij de steiger
behoedzaam en met langzame loopsnelheid.
•
De steiger mag alleen verplaatst worden als de ondergrond vlak is en vrij van obstakels. Is dit
niet het geval, breek de rolsteiger dan af en bouw deze opnieuw op. Pas op voor gaten en
obstakels op de grond en in de lucht.
•
Tijdens het verrijden mogen geen personen of losse materialen op de steiger aanwezig zijn.
•
Laat de telestabilisatoren in dezelfde positie zitten, maar licht de telestabilisatoren een paar
centimeter boven de grond om het verrijden te vergemakkelijken. Kan dit niet, breek dan de
steiger af voor verplaatsing.
•
Ontgrendel de rem van de wielen en verrol de steiger met beleid.
•
Vergrendel direct na het verrollen de wielen.
•
Plaats de steiger na het verrollen opnieuw waterpas. Zet de telestabilisatoren op de grond en
veranker de steiger indien nodig.
7 Inspectie, beheer en onderhoud
•
Zorg dat het steigermateriaal schoon is, in het bijzonder de verbindingspennen. De frames
moeten eenvoudig in en uit elkaar gaan.
Verwijder vuil en verf van het schroefdraadgedeelte van de verstelbare spindels.
•
•
Als onderdelen niet goed werken, controleer deze op vuil, verf, betonresten, vervorming e.d.
•
Probeer niet met hamers of ander gereedschap de onderdelen weer werkend te krijgen.
•
Zorg dat de sporten van de frames schoon zijn.
•
Zorg dat de pal van de haak van de diagonaal en horizontaal schoren schoon is.
•
Behandel het materiaal voorzichtig, laat geen onderdelen op een harde ondergrond vallen. Dit
kan de kwaliteit van het materiaal verminderen.
•
Sla het materiaal deugdelijk op.
•
Gebruik nooit beschadigde onderdelen.
•
Vervang tijdig ontbrekende en kapotte onderdelen.
•
Laat uw steiger éénmaal per jaar door een gecertificeerd bedrijf inspecteren. Voor adressen kunt
u contact opnemen met uw leverancier of fabrikant.
Gebruikershandleiding aluminium Rolsteiger versie N 01-05-2017.doc
Pagina 15 van 16