Inhoudsopgave
Advertenties
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een
1.
neutraal reinigingsmiddel, zoals afwasmiddel en wa-
ter.
Met een zachte doek nadrogen.
2.
16.3 Roestvrijstalen oppervlakken reinigen
Kalkvlekken, vetvlekken, zetmeelvlekken en eiwit-
1.
vlekken altijd onmiddellijk verwijderen.
Onder zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
Water en een beetje afwasmiddel gebruiken om te
2.
reinigen.
Met een zachte doek nadrogen.
3.
17 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
▶
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
▶
17.1 Functiestoringen
Storing
Apparaat werkt niet.
Het apparaat is inge-
schakeld. De functie-
indicatie brandt niet.
De functie-indicatie
knippert.
Het servies of het
voedsel blijft koud.
Oorzaak en probleemoplossing
De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Open het apparaat.
1.
Na een stroomstoring branden de tiptoetsen oplopend van links naar rechts.
Na ca. 30 s dooft de aanwijzing en is het apparaat klaar voor gebruik.
Start de gewenste functie.
2.
De functie-indicatie is defect.
Neem contact op met de klantenservice.
▶
→ "Servicedienst", Pagina 14
Het apparaat warmt op.
Wacht tot het opwarmen is beëindigd.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Het apparaat is uitgeschakeld.
Zet het apparaat aan.
▶
De warmhoudlade is niet volledig gesloten.
Sluit de warmhoudlade.
▶
Het servies dekt de ventilatiesleuf af en het apparaat schakelt de oververhittingsbeveiliging
in.
Wacht tot het apparaat is afgekoeld.
1.
Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen op de achterwand van het apparaat niet worden
2.
afgedekt.
Schakel het apparaat met de hoofdschakelaar uit en weer aan.
3.
Kies de gewenste functie en temperatuur.
4.
16.4 Glazen front reinigen
Maak het glazen front schoon met een glasreiniger
▶
en een zachte doek.
Gebruik geen krassende schuurspons of schra-
‒
per voor vitrokeramische kookplaat.
16.5 Glasplaat reinigen
1.
Reinig de glasplaat met glasreiniger en een zachte
doek.
Gebruik geen krassende schuurspons of schra-
‒
per voor vitrokeramische kookplaat.
Met een zachte doek nadrogen.
2.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
▶
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
▶
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
▶
dient dit te worden vervangen door een speciaal
snoer dat verkrijgbaar is bij de fabrikant of de servi-
cedienst.
Storingen verhelpen nl
13
Advertenties
Inhoudsopgave
