Gasregelhendel
Sluiterregelhendel
Starthandgreep
Spoelpomp
Starthandgreep
Spoelpomp
Gasregelhendel
Sluiterregelhendel
Bedrijfsstand
Startstand
Stopstand
Chokehendel
Brandstofretourleiding
Chokehendel
Brandstofretourleiding
Bedrijfsstand
Startstand
Stopstand
11
KOUDE MOTOR STARTEN
WAARSCHUWING
CONTROLEER Of ER GEEN ABNORMALE TRILLINGEN
Of GELUIDEN WORDEN WAARGENOMEN WANNEER
DE MOTOR WORDT GESTART. LAAT DE MACHINE
DOOR DE DEALER REPAREREN ALS ER ABNORMALE
TRILLINGEN Of GELUIDEN WORDEN WAARGENOMEN.
• Zet de chokehendel omhoog in de stand DICHT.
• Zet de sluiterregelhendel omlaag in de stand DICHT
(verstuiver) of sluit de klep (vernevelaar).
• Druk op de spoelpomp totdat er brandstof zichtbaar is in
de doorzichtige brandstofretourleiding.
• Zet de gasregelhendel in de START-stand 1 of 2 en
houd de machine stevig vast, trek een aantal malen aan
de starthandgreep totdat het eerste ontstekingsgeluid
hoorbaar is.
OPMERKING
• Controleer de machine op loszittende moeren, bouten en
schroeven voor u de machine start.
• Verwijder altijd al het afval van de werkplek voordat u met
werken begint.
• Houdt de machine altijd stevig op de grond.
• Trek met korte bewegingen aan de starthandgreep, 1/2 tot
2/3 van de koordlengte.
• Laat de starthandgreep niet terugslaan tegen de behuizing.
• Duw de chokehendel omlaag in de stand OPEN. Start de
motor opnieuw en laat deze gedurende enkele minuten
warmdraaien voordat u de machine gebruikt.
WARME MOTOR STARTEN
• Zet de gasregelhendel in de START-stand 1 of 2.
• Zet de chokehendel omhoog in de stand OPEN.
• Trek, als de brandstoftank niet leeg is, maximaal driemaal
aan de starter waarna de motor moet aanslaan. Gebruik
de choke niet.
• Vul de tank bij als deze leeg is en druk daarna op
de spoelpomp (totdat er brandstof zichtbaar is in de
doorzichtige brandstofretourleiding) en trek vervolgens
aan de starthandgreep. Gebruik de choke niet.
OPMERKING
Indien de motor niet start nadat u 4 keer aan het
startkoord hebt getrokken, gebruik dan de koude-
startprocedure.
DE MOTOR STOPPEN
• Zet de sluiterregelhendel omlaag in de stand DICHT
(verstuiver) of sluit de klep (vernevelaar).
• Laat de motor vervolgens stationair draaien om af te
koelen.
• Zet de gasregelhendel omlaag in de stand STOP.
WAARSCHUWING
ALS DE MOTOR NIET STOPT, ZET U DE
CHOKEHENDEL IN DE STAND DICHT WAARDOOR
DE MOTOR AfSLAAT. LAAT DIT DOOR DE ECHO-
DEALER NAKIjKEN EN REPAREREN.
OPMERKING
De carburateur is in de fabriek reeds correct afgesteld.
Wijzig de afstelling niet zelf tenzij dit noodzakelijk is.
Afstelling dient door de ECHO-dealer te worden uitgevoerd.
GEVAAR
GEVAAR
DM-4610/6110