Voor ieder gebruik
Controleer voor ieder gebruik of:
•
De machine compleet en correct geassembleerd is;
•
Er beschadigde onderdelen zijn;
Alle bouten en moeren vast zitten;
•
•
Er lekkages zijn m.b.t. de motor;
De bedieningshendels goed functioneren.
•
Test of de motor goed in- en
uitgeschakeld wordt en of de machine uitschakelt
zodra u de voorste hendel los laat.
Gebruik de machine niet wanneer er mankementen be-
kend zijn! Los eerst de mankementen op. Neem hiervoor indien
nodig contact op met de fabrikant.
Zorg dat u de veiligheidsvoorschriften op pagina 4 t/m 7 goed heeft bestudeerd voordat u begint te wer-
ken met uw machine. Hieronder vindt u een lijst met de vijf meest voorkomende situaties die kunnen
leiden tot ongevallen met grasmaaiers. Wees hierop bedachtzaam!
1) Met handen of voeten onder het maaidek komen (terwijl de motor draait);
2) Het maaien van te schuine oppervlakten, waardoor kantelen van de machine ontstaat;
3) Het niet verwijderen van objecten van het gazon, die daardoor wegspringen;
4) Het maaien van het gazon terwijl kinderen of (huis)dieren in de buurt zijn;
5) Het niet verwijderen van de bougiedop bij onderhoudswerkzaamheden.
Zorg verder voor een goed opgeruimde werkplek:
•
Zonder gevaar voor uitglijden;
•
Vrij van obstakels;
•
Met voldoende licht.
Gebruik de machine niet in de directe nabijheid van
kinderen of dieren.
17