LUXOMAT
Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G. - aanwezigheidsmelders
1. Product eigenschappen
•
Aanwezigheidsmelder met twee bistabiele NC contacten
•
Aansluiting op verschillende fases mogelijk
•
Verlichting blijft aan tijdens voedingsonderbreking
•
Detector met masterfunctie
•
Uitbreiding van het detectiegebied via
slave detectoren mogelijk
•
Andere functies instelbaar via de afstandsbediening
•
Manueel schakelen met drukknop is mogelijk
2. Werking
De PD4-M-TRIO-C-3P kan aangesloten worden op drie ver-
schillende fasen. De eerste lijn zorgt voor de voeding van de
detector, de andere twee voeden de aangesloten verlichting. Een
lichtsysteem kan hierdoor gesplitst worden, in twee galvanisch
gescheiden groepen.
Voor een verbeterde operationele veiligheid, schakelt de PD4-
M-TRIO-C-3P ook wanneer de werkspannign van de melder
wegvalt.
De aanwezigheidsdetector stuurt de verlichting automatisch door
middel van aanwezige personen (beweging) en de aanwezige
helderheidswaarde.
De geïntegreerde lichtsensor meet constant de aanwezige
helderheidswaarde en vergelijkt deze met de ingestelde waarde
van de detector. Als het aanwezige licht voldoende is, zal de
verlichting niet aanspringen als er beweging wordt gedetecteerd.
Als het aanwezige licht minder is dan de ingestelde waarde op
de detector, zal de verlichting aanspringen bij beweging.
De detector schakelt het licht uit als er voldoende licht is
gedurende 15 minuten, ondanks dat de melder beweging ziet.
Wanneer de nalooptijd verstreken is zal de verlichting ook
uitgaan.
3. Veiligheidsinstructies
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
enkel door gekwalificeerde elektroinstallateurs of
!
geschoold personeel uitgevoerd worden en dit in
overeenstemming met de elektrotechnische regels.
Netspanning uitschakelen alvorens te beginnen
met de montage!
Niet geschikt om de installatie spanningsvrij
te schakelen
Zwarte afdekkap monteren na het aansluiten van de
draden (IB versie)
4. Montage
100 mm
Maak eerst een ronde opening met een diameter van
100 mm in het plafond.
Na het aansluiten van de kabels volgens de regels, kan de
detector in de opening geschoven worden zoals in de teken-
ing hierboven. De melder wordt vastgezet door de
In de Master/Slave bedrijfsmodus, dient het Master
!
toestel steeds gemonteerd te worden op
waar het minst daglicht aanwezig is.
PD4-M-TRIO-C-3P
®
5. Positie DIP-Schakelaars, LED's en
potentiometers
LUX
2000
600
1200
200
40
A
B
III
3
II
2
I
1
6. Zelftestcyclus / inwerkingstelling
Wanneer de spanning op de melder wordt aangesloten, onder-
gaat het toestel een zelftestcyclus van 60 seconden. Tijdens deze
cyclus reageert de detector niet op beweging. De aangesloten
verlichting blijft constant aan of uit gedurende de initialisatie-
periode.
7. Werking en inwerkingstelling
TIME
Potentiometer 1 - Instelling nalooptijd voor
lichtsturing
Symbool TE: Testmodus, alleen onafhankelijk
van beweging. Iedere beweging schakelt het
licht gedurende 2 sec. aan, daarna geduren-
de 2 sec. uit, onafhankelijk van de intensiteit.
De tijd kan continu ingesteld worden van
15 sec. tot 60 min.
Potentiometer 2 Instelling gewenste helder-
LUX
heidswaarde
2000
600
1200
200
De gewenste helderheidswaarde kan tussen
40
ca. 10 en 2000 Lux ingesteld worden. De
gewenste helderheidswaarde kan over de
potentiometer ingesteld worden.
Wanneer de potentiometer op
symbool is gedraaid, schakelt de detector
onafhankelijk van het aanwezige licht en bij
elke beweging.
Huidige helderheidswaarde berekenen
Potentiometer 2 in de Test-stand zetten. De
groene LED brandt continu zodra de met de
potentiometer ingestelde waarde de gemeten
huidige helderheidswaarde overschrijdt.
Impulsfunctie
klemmen.
De impulsfunctie wordt gebruikt om externe
HVAC systemen te schakelen. De pauze tussen
2 pulsen duurt 9 seconden, gedurende deze
tijd wordt de interne relais niet geactiveerd door
de
plaats
beweging. Eén puls duurt 1s.
PD4-M-TRIO-C-3P-IB
Add ON/OFF cell
DIP 1
TIME
DIP 2
TE
DIP 3
Potentiometer A Instelling luxwaarde
Potentiometer B Instelling nalooptijd
LED I
LED II groen
LED III wit
PD4-M-TRIO-K/C-3P
92746
110-240 V AC/DC, 50/60 Hz
µ
LUX
TIME
600
2 1
1200
200
5
10
30
2000
40
16
15
!
1
2
3
L1
L2
L3
N
PE
8. Schakelschema
Standaardfunctie met Master/Slave
80 - 90 mm
9. Manueel schakelen/slave verbinding
S-klem:
Door het bedienen van de drukknop, zal er een spanning op
de S connector staan. Duw kort op de knop om de lichten aan
of uit te schakelen. De aangesloten verlichting zal aan of uit
blijven, zolang dat de detector beweging ziet en de nalooptijd
het
zon
niet verstreken is.
R-klem:
De R klem wordt gebruikt om een slave melder op de master
aan te sluiten. Als alternatief kan hier ook een schakelaar op
worden aangesloten. Als de spanning langer dan 10 seconden
op deze klem staat, zal de verlichting constant branden zolang
de schakelaar gesloten is.
Halfautomatische
Automatische
bedrijfsmodus (HA)
bedrijfsmodus (VA)
LED OFF
LED ON
Gangfunctie (Corr)
Standaardmodus
(Norm)
rood
Gang functie: Na het schakelen van de externe druk-
knoppen, schakelt de melder uit en gaat terug naar
automatische modus na 5 seconden.
Master
Slave
N L S R
R R N L
NO
NO
NO
NO
T1
S1
NC
NC
N L S R
NC NC
Master
Slaves, drukknoppen en schakelaars moeten op de zelfde
fase als de detector worden aangesloten (L-klem)
NL
N N
L 1
L 2
L 3
R
N L
Slave