Inhoudsopgave
Advertenties
1.
3.
5.
ONDERDELEN CAMERA
1. Indicatielampje Stroom – Dit lampje brandt als de
stroom correct is aangesloten.
2. Indicatielampje Netwerk – Dit lampje brandt
constant als de camera verbonden is met je router
2.
of modem. Het lampje knippert als de camera
beelden doorgeeft.
3. LAN-poort – Om de camera met de ethernetkabel
aan te sluiten op je router of modem.
4. Voedingaansluiting – Om de camera met
bijgeleverde stroomadapter aan te sluiten op het
230V stroomnet.
4.
5. Gereserveerd
6. Gereserveerd
7. Gereserveerd
8. Micro-SD kaart voor tijdelijke opslag
Let op! Tijdens de installatie wordt de camera
6.
aangesloten met behulp van de ethernetkabel. Dit
7.
is ook noodzakelijk als de camera uiteindelijk
draadloos wordt gebruikt. Wil je bedraad gebruik
maken van je camera en je hebt geen vrije
8.
ethernetpoort beschikbaar op je modem of router,
informeer dan naar de mogelijkheden om het aantal
ethernetpoorten uit te breiden bij je
internetaanbieder of een computerspeciaalzaak. Wil
je je camera draadloos gebruiken en je hebt geen
vrije ethernetpoort beschikbaar op je modem of
router, trek dan tijdelijk de stekker van de
ethernetkabel van de WoonVeilig huiscentrale uit je
modem of router. Nadat je klaar bent met de
installatie van de camera sluit je de ethernetkabel
weer aan op de WoonVeilig huiscentrale.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
