Gebruikershandleiding OptiControl, OptiControl 1, -5 en -9 versie 14 OptiControl, OptiControl 1, -5 en -9 De OptiControl heeft drie functies. Deze functies zijn: • Maximale temperatuur beveiliging van de verdeler. • Optimizer functie. • H et meten van de retour temperatuur (T3) naar de cv of de druk (P3) ten behoeve van het elektrische verwarmingselement. (Het meten van de retourtemperatuur of druk is optioneel.) De maximale temperatuur beveiliging De maximale temperatuur beveiliging zorgt ervoor dat bij het overschrijden van de maximale temperatuur van de...
OptiControl 1, -5 en -9 De OptiControl 1, -5 en -9 heeft ten opzichte van de OptiControl de extra mogelijkheid om één of meerdere kleppen aan te sturen middels draadloze kamerthermostaten. De OptiControl 1 is in drie uitvoeringen leverbaar, met 1, 5 en 9 poorten. Voor het aansturen van de OptiControl 1 zijn twee type thermostaten leverbaar, de thermostaat 098A RC en de klokthermostaat T101 RC. Klokthermostaat T101 RC Thermostaat A098 RC Bediening OptiControl en de OptiControl 1, -5 en -9 Zowel de OptiControl als de OptiControl 1, -5 en -9 zijn voorzien van dezelfde programmatuur. Het programma is voorzien van een versie nummer. Bij het aanzetten van de OptiControl (1) verschijnt het versie nummer gedurende 4 seconden in de display. Na het versie nummer wordt in de display gedurende 4 seconden getoond, welke functies...
De aanvoertemperatuur (T1) kan zichtbaar gemaakt worden door de knop ‘s’ één keer in te drukken. De aanvoer temperatuur (T1) wordt enkele seconden knipperend weergegeven. Als de retourtemperatuuropnemer of een drukopnemer is aangesloten kan ook de retourtemperatuur of druk op de display weergegeven worden. Indien tijdens het weergeven van de aanvoertemperatuur de knop ‘s’ nog één keer in gedrukt wordt dan verschijnt enkele seconden, met een iets hogere knipperfrequentie, de retourtemperatuur (T3) of de druk (P3). Schema verdeler Bedrijfssituatie met warmte vraag Indien er warmtevraag is en de pomp wordt geactiveerd, dan verschijnt in de display, zowel de temperatuur van de verdeler, afgewisseld met “rechts draaiende” segmentjes. Testen circulatiepomp Vanaf versie 14 kan de circulatiepomp getest worden.
Functiemenu In dit hoofdstuk worden de diverse functies, van de OptiControl en de OptiControl 1, -5 en -9 beschreven. Het wijzigen van deze functies dient door JK vloerverwarming te geschieden. Functie 1 werkt alleen bij de OptiControl 1. -> Bij de OptiControl dient deze functie uit te staan. Functie 1 Aan Indien er geen warmtevraag is van de thermostaten, wordt de circulatiepomp van de verdeler uitgeschakeld. Uit Functie uitgeschakeld. Functie 2 is de Optimizer functie. Functie 2 Aan Optimizer functie ingeschakeld. Bij te lage aanvoertemperatuur (T1) wordt de circulatiepomp van de verdeler uitgeschakeld. Uit Optimizer functie uitgeschakeld. Functie 3 is de maximale temperatuurbeveiliging. Functie 3 Aan Indien de temperatuur (T2) boven een ingestelde waarde komt, wordt de circulatiepomp van de verdeler uitgeschakeld. Uit Maximale temperatuur beveiliging is uitgeschakeld. Functie 4 dient ingesteld te worden indien er een optionele temperatuuropnemer (T3) of een drukopnemer is aangesloten. De drukopnemer wordt toegepast als er een elektrisch verwarmingselement op de verdeler is aangesloten. Functie 4 Aan Indien de temperatuuropnemer (T3) of een drukopnemer is aangesloten op de OptiControl of de OptiControl 1. Uit Indien er geen temperatuuropnemer (T3) of drukopnemer (P3) is aangesloten. Functie 5 Elektrisch verwarmingselement aanwezig.