Z1
L1
TERUGSTROOMBEVEILIGINGEN / KLASSE EA
SERIE WF-EA-GWA
MONTAGEHANDLEIDING
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Product
Beveiliging
Medium
Montagewijze
Max. werkdruk
Max. testdruk
Bedrijfstemperatuur
Schroefdraad
Controle-aansluitingen
Max. aandraaimoment wartel : 15 Nm
ingaande zijde
Aantal aandraaislagen (360°) : 3/4 - 1 (koper R250 / NEN 1057 / Kiwa)
knelaansluiting uitgaand
Lekdichtheid
Kiwa certificaat nr.
MATERIALEN
Huisdeel
Wartel
Pluggen
O-ringen
Keerklep
Veer
Veerring
TOEPASSINGEN
De terugstroombeveiliging WF-EA-GWA is speciaal ontwikkeld voor
montage op een Geïntegreerde Watermeter Aansluiteenheid (GWA) en
geschikt als beveiliging voor toepassing in alle collectieve drinkwater-
en warmtapwaterinstallaties, overal waar volgens Waterwerkblad 3.1
bij het leveringspunt een EA terugstroombeveiliging geplaatst moet
worden, als scheiding tussen de collectieve- en daarop aangesloten
individuele installatie.
De terugstroombeveiliging WF-EA-GWA is verder geschikt als
universele beveiliging voor toepassing in alle drinkwater- en
warmtapwaterinstallaties, overal waar volgens Waterwerkblad 3.8 voor
het ontvangtoestel een EA terugstroombeveiliging geplaatst moet
worden.
Z2
L2
: Terugstroombeveiliging conform
NEN-EN 1717
: EA (familie E / type A)
: Drinkwater (t/m klasse 2)
: Alle posities
: 10 bar
: 16 bar (+20°C, non-shock)
: Max. +65°C / +90°C (max. 1 uur)
: Conform W 1"1/ 8x14
: 1/4"
: 100% getest op lekdichtheid
: K102432
: Messing (EN 12165 / EN 12164)
: Messing (EN 12165 / EN 12164)
: Messing (EN 12164)
: EPDM (Special)
: Kunststof (POM)
: Roestvast staal (AISI 304 / EN 10088)
: Roestvast staal (AISI 304 / EN 10088)
Indien bepaald moet worden of een EA de geschikte beveiligings-
eenheid is voor de installatie, wordt verwezen naar de website Drink-
waterinstallaties op www.infodwi.nl, tabblad Voorwaarden, Normen en
Uitwerking, Beoordelingsrapporten gevaarlijke toestellen.
Indien het betreffende toestel niet in dit overzicht staat, kan de
geschikte beveiligingseenheid bepaald worden door gebruik te maken
van Waterwerkblad 3.8, hoofdstuk 3.7.
FUNCTIES
•
Beveiligen tegen terugstromen van warm en koudtapwater
•
Controle-aansluiting en aftapmogelijkheid
ATTENTIE
Bestudeer zorgvuldig deze montagehandleiding voor aanvang van de
installatie of onderhoud van de terugstroombeveiliging. Bewaar deze
montagehandleiding voor de toekomst.
Verzeker u ervan dat de gekozen plaats van installatie voldoet aan de
geldende installatievoorschriften, werkbladen en veiligheidsnormen
voordat u met de installatie aanvangt.
Raadpleeg een erkend installateur indien u twijfelt bij de installatie van
de terugstroombeveiliging en/of toebehoren.
OPSLAG
De terugstroombeveiliging dient opgeslagen te worden beschermd
tegen stof, vuil en vocht.
MONTAGE
•
Controleer of de WF-EA-GWA geschikt is voor de van toepassing
zijnde installatieparameters (druk, temperatuur, medium). Raadpleeg
bij twijfel onze website op www.raminex.nl of neem contact met
ons op.
•
Schakel een erkend installateur in indien u twijfelt bij de installatie
van de WF-EA-GWA en/of toebehoren.
•
Bestudeer zorgvuldig de montagehandleiding voor aanvang van de
installatie of onderhoud van de beveiliging.
•
Leiding doorspoelen voor montage.
•
Neem bij installatie de stromingsrichting in acht zoals weergegeven
op de WF-EA-GWA middels een pijl.
•
Controleer of de leidingen in één lijn liggen.
•
Gebruik uitsluitend passend gereedschap.
•
Montagevoorschrift voor knelaansluiting: (1) pijp inkorten, (2)
ontbramen, (3) pijp tot stootrand insteken, (4) wartelmoer handvast
aandraaien, (5) wartels met sleutel aantrekken volgens voorschrift.
•
Vermijd een excessief aandraaimoment bij de montage. Dit kan de
terugstroombeveiliging ernstig beschadigen.
•
Controleer de installatie op lekdichtheid conform de geldende
voorschriften/werkbladen.
PERIODIEKE CONTROLE
Controle conform de geldende voorschriften/werkbladen. Volgens
Waterwerkblad 1.4 G moet een EA terugstroombeveiligingseenheid
periodiek, maar ten minste 1x per jaar, gecontroleerd worden op goede
werking.
Een in de leidingwaterinstallatie geplaatste beveiligingseenheid moet
zo zijn aangebracht dat deze gemakkelijk kan worden gecontroleerd,
onderhouden en vervangen.
B
DN20
NL