11. Plaats de apparaatafdekking (22) weer op het apparaat.
22
Voorfilter reinigen
De LED Reset (13) brandt, als een reiniging van het voorfilter
noodzakelijk is (zie hoofdstuk bediening en hoofdstuk fouten en
storingen).
1. Verwijder het voorfilter (23) uit het apparaat.
23
2. Maak het filter schoon met een zachte, pluisvrije en licht
bevochtigde doek. Is het filter sterk vervuild, maak het dan
schoon met warm water, vermengd met een neutraal
reinigingsmiddel.
14
3. Laat het filter volledig drogen. Plaats geen natte filters in
het apparaat!
4. Plaats het voorfilter weer in het apparaat.
Luchtkwaliteitssensor reinigen
De luchtkwaliteitssensor (2) moet worden gereinigd, als hij is
vervuild en de LED luchtkwaliteit (11) langere tijd rood brandt
(zie ook het hoofdstuk bediening en het hoofdstuk fouten en
storingen).
1. De sensor reinigen met een zachte, pluisvrije doek. Reinig
de sensor niet met water, omdat hij anders kan worden
beschadigd.
Activiteiten na het onderhoud
Wilt u het apparaat verder gebruiken:
• Het apparaat weer aansluiten door de netstekker in het
stopcontact te steken.
Gebruikt u het apparaat langere tijd niet:
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
luchtreiniger AirgoClean® 100 E
11
2
NL