6.13.2 Terugtraprem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De beste remwerking wordt bereikt wanneer de
pedalen zich bij het remmen in de 3-uur- resp.
9-uur-stand bevinden. Om de loze hoek tussen
rij- en rembeweging te overbruggen is het aan te
bevelen, een stuk voorbij de 3-uur- resp. 9-uur-
stand te trappen voordat tegen de rijrichting in
wordt getrapt om te remmen.
Trap op de pedalen tegen de rijrichting in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
6.13.3 ABS gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
WAARSCHUWING
!
Ongeval door uitval van de ABS
Bij een brandend ABS-controlelampje is de ABS-
functie niet actief.
Pas uw rijstijl aan aan de situatie.
Onder extreme rijomstandigheden kan het
voorkomen, dat de ABS niet tot stilstand van het
wiel kan regelen. Dit kan leiden tot een val met
ernstig letsel.
Laat de voorwielrem kort los. Hierdoor kan
opnieuw met de ABS-functie worden geremd.
Pas uw rijstijl aan aan de betreffende
omgevingsomstandigheden en uw persoonlijke
rijvaardigheid.
Een storing van de ABS kan niet worden
weergegeven wanneer het ABS-controlelampje
defect is.
Overtuig u er bij het opstarten van het elektrische
aandrijfsysteem van, dat het ABS-controlelampje
gaat branden. Anders is het controlelampje
defect.
MY20K01-26_1.1_31.03.2020
WAARSCHUWING
!
Ongeval in bochten en op gladde
ondergronden
Bij remmanoeuvres met ABS in bochten bestaat
verhoogd valgevaar. Op gladde ondergronden
kunnen de banden makkelijker doorslippen en
bestaat verhoogd valgevaar. Dit kan leiden tot
een val met ernstig letsel.
Pas uw rijstijl aan aan de betreffende
omgevingsomstandigheden en uw persoonlijke
rijvaardigheid.
Ongeval door een langere remweg
De ABS onderdrukt het blokkeren van het
voorwiel. Dat kan in sommige situaties leiden tot
een langere remweg. Dit kan leiden tot een
ongeval met ernstig letsel.
Pas uw rijstijl aan aan de betreffende
omgevingsomstandigheden en uw persoonlijke
rijvaardigheid.
Laat u nooit verleiden tot een lichtzinnige rijstijl.
Ongeval door lucht in het hydraulische
systeem
Door lucht in het remsysteem kan minder remdruk
worden opgebouwd – in het bijzonder na een
ABS-ingreep, waarbij de remhendel dichter naar
het stuur toe wordt bewogen. Dit kan leiden tot
een ongeval met ernstig letsel.
Controleer daarom elke keer voor het rijden door
het aantrekken van de remmen of er sprake is
van een duidelijk voelbaar drukpunt en of de
afstand van de remhendels tot de handvatten
nog voldoende is. Het drukpunt moet liggen bij
ca. 1/3 van de slag van de remhendel.
Zet bij twijfel de slagverstelling in op de maximale
stand.
Neem contact op met de dealer indien er lucht in
het remsysteem is binnengedrongen.
Pas uw rijstijl aan aan de betreffende
omgevingsomstandigheden en uw persoonlijke
rijvaardigheid.
Gebruik
78