Z
STROOMBEHEER
Pas de instellingen voor stroombeheer aan.
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de camera au-
tomatisch wordt uitgeschakeld wanneer de camera niet wordt
bediend. Kortere tijden verhogen de levensduur van de batterij;
als UIT is geselecteerd, moet de camera handmatig uitgezet
worden.
5 MIN
HOGE PRESTATIE
HOGE PRESTATIE
Selecteer AAN voor sneller scherpstellen en het verlagen van de
tijd die nodig is voor het herstarten van de camera nadat deze
werd uitgeschakeld.
AAN
V
SENSORREINIGING
Verwijder stof van de beeldsensor van de camera.
•
OK: Reinig de sensor onmiddellijk.
•
WANNEER INGESCHAKELD: Het reinigen van de sensor wordt uitge-
voerd als de camera ingeschakeld wordt.
•
WANNEER UITGESCHAKELD: Het reinigen van de sensor zal worden
uitgevoerd als de camera wordt uitgeschakeld (sensorreini-
ging wordt echter niet uitgevoerd als de camera wordt uitge-
schakeld in de afspeelmodus).
N
Stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van sensorreiniging, kan
handmatig worden verwijderd.
Opties
Opties
2 MIN
Opties
Opties
Het instellingenmenu
UIT
UIT
149
8