10. Reiniging en onderhoud
a) Filter reinigen
• Het filter kan grof vuil en de meeste andere verontreinigingen (bijv. haar, textielvezels enz.) weghouden van de
pompaandrijving. Controleer het regelmatig, omdat de aanvoersnelheid afneemt door toenemende vervuiling.
• Ontkoppel de pomp van de netspanning, trek de stekker uit het stopcontact.
• Laat de overdruk in het slangsysteem of de pomp ontsnappen en open eventueel aanwezige afsluiters.
• Haal het filterdeksel weg. Draai hiervoor de twee bevestigingsschroeven (2) los; draai ze linksom tot ze naar buiten
kunnen draaien. Het filterdeksel kan nu worden verwijderd (eventueel een beetje draaien/kantelen tot het loskomt
van de afdichting).
• Trek het filterinzetstuk eruit en maak het voorzichtig schoon. Het is ook raadzaam om de filteropening in de pomp
te controleren op vervuiling (eventueel water uit de pomp laten lopen).
• Plaats het filter in de juiste richting. Als de pomp daarna weer in bedrijf wordt genomen, vul dan de pomp via de
filteropening met schoon water.
• Plaats het filterdeksel in de juiste richting erop. Draai de twee bevestigingsschroeven (2) naar boven en draai ze
vast. Gebruik daarbij geen kracht, gebruik geen gereedschap om vast te draaien.
Als aan het uiteinde van de zuigslang een groffilter/terugloopstop is bevestigd, controleer dit dan ook of
maak deze schoon.
b) Algemeen
Afgezien van het reinigen van het filter (zie hoofdstuk 10. a), bevat de pomp geen onderdelen die door u kunnen
worden onderhouden, dus open of demonteer daarom nooit. Onderhoud of reparaties en de daarbij behorende de-
montage van de pomp mogen alleen door een vakman of een servicecentrum worden uitgevoerd.
Koppel de pomp los van de netspanning en trek de stekker uit het stopcontact voordat u de pomp gaat reinigen. Laat
de pomp volledig afkoelen.
Voor het schoonmaken van de buitenzijde van de pomp is een droge, schone, zachte en pluisvrije doek voldoende.
Gebruik in geen geval agressieve reinigingsmiddelen, reinigingsalcohol of andere chemische producten
omdat de behuizing beschadigd of de werking zelfs belemmerd kan worden.
11. Verwijdering
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Voer het product aan het
einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepalingen af.
12