C.2.2. / Riemspanning
Voor de juiste riemspanning verwijzen wij u naar de volgende tabel:
I =
F =
P =
C.2.3. / Aanpassen van de variabele pulley
Voor lage vermogens (P<5,5 kW) en ventilatorsnelheden <1.400 tpm is de motor voorzien van een pulley die bij stilstand
kan worden gewijzigd. In andere gevallen zijn de pulleys voorzien van een verwijderbare bus, zodat pulleys snel kunnen
worden uitgewisseld.
Wijzigen van de variabele pulleys stelt u in staat om het aantal toeren per minuut met ± 10% aan te passen.
2016/04
afstand tussen het midden van de pulleys (mm)
riemafbuiging in het midden (l/2) (mm)
toegepaste kracht in het midden l/2, loodrecht op de riem (P=40 N)
Schroef om pul-
ley te fixeren
Fixeerschroef
Variabele flens
Schroefdraad
Vaste flens
LUCHTBEHANDELING
De demontabele flens van de pulley is vastgezet op
een schroefdraad. Om de positie te veranderen draait
u eerst met een inbussleutel de fixeerschroef los.
Draai de variabele flens naar de gewenste positie om
de juiste diameter te verkrijgen. Draai daarna de
fixeerschroe(f)(ven) weer vast, zo ver dat deze ge-
heel is(zijn) verzonken.
De pulleys moeten zorgen voor juiste uitlijning van
de riem(en).
LET OP:
Flens op kleinste diameter = hoogste ventilatorsnelheid
Flens op grootste diameter = laagste ventilatorsnelheid
SIG AIR HANDLING
H.o.h. afstand
Afbuiging F
assen I (mm)
(mm)
350
5
400
6
450
7
500
8
550
8
600
9
700
10
800
12
900
14
1000
15
Pagina : 9