Eerste maal instellen en klok gelijk
zetten
Bij ingebruikneming van het product wordt u
gevraagd de actuele datum en tijd in te stellen
voordat het instellingenscherm wordt geopend.
of
Druk op toets
menu
om de cursor te plaat-
sen onder
.
• Het jaar knippert, gebruik toets
huidige jaar in te stellen. Bevestig met OK.
• De maand knippert, druk op toets
Bevestig met
OK
en ga daarna op dezelfde
wijze te werk om de dag, het uur en de
minuten te kiezen.
AUTO
•
knippert, druk op toets
4
installatie in te stellen op automatische
overschakeling van de zomer-/wintertijd
auto
off
(
) of niet (
). Bevestig met
24 :H
•
knippert, druk op toets
4
tijdnotatie te kiezen (12 uur of 24 uur).
Bevestig met OK.
Automatische modus (auto)
In de automatische modus past de thermostaat
zich aan uw levensritme aan door het door
u gekozen programma uit te voeren.
• Druk op toets
menu
om de cursor te
plaatsen onder auto.
Met toets
menu
kunt u teruggaan naar
de automatische modus wanneer het
programma (vakantie) van kracht is.
Handmatige modus (manu)
In de handmatige modus is uw apparaat een
eenvoudige thermostaat. Zo behoudt u een
constante temperatuur in uw woning (instelbaar
van +5 °C tot +30 °C) maar wordt er geen
rekening gehouden met beschikbare program-
maprofielen.
• Druk op toets
menu
om de cursor te
plaatsen onder manu.
• Druk op toets
+
of
–
om de gewenste
4
temperatuur in te stellen.
Voorbeeld : de gewenste temperatuur is 22,5 °C
en de ruimtetemperatuur 20 °C. De aanduiding
'Verwarming werkt'
brandt.
Standby zetten
De verwarmingsinstallatie kan in standby
worden gezet.
De thermostaat staat onder spanning en
beschermt uw installatie zodra de temperatuur
onder de 5°C komt (vast richtwaarde die niet
gewijzigd kan worden). Deze geeft de tijd, de
huidige dag, de omgevingstemperatuur en de
OFF informatie weer.
• Druk op toets
menu
om de cursor te
OF
f
plaatsen onder
.
knippert.
Bevestig met OK.
• Druk op toets
menu
om de standby-
modus te verlaten.
2
Installateurinstellingen
Als u toegang wenst tot alle instellingen (
plaatsen onder
PA:3
- Temperatuur kalibreren
Met deze parameter kan de waarde worden bijgesteld die door de thermostaat wordt gemeten als
u zelf een andere ruimtetemperatuur meet.
• Druk op toets
+
om het
4
Bevestig met
PA:6
+
of –.
4
- Pomp ontgommen
Met deze parameter kan de functie worden in- of uitgeschakeld die de pomp elke dag om midder-
nacht automatisch voor één minuut aanzet om vastlopen tijdens de zomer te voorkomen.
• Druk op toets
+
om de
Bevestig met
PA:6
Parameter
PA:10
OK.
- Fabrieksinstellingen terugzetten
+
om de
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen van de programma's en parameters terugzetten.
• Druk op toets
Bevestig met
PA:12
- Softwareversie
Deze parameter toont de huidige versie van de software in het product.
Druk op
OK
om het instellingenscherm te sluiten.
Gebruikerinstellingen
Voor toegang tot de gebruikerinstelling drukt u op toets
en bevestigt u met OK.
PA:3
- Temperatuur kalibreren
Met deze parameter kan de waarde worden bijgesteld die door de thermostaat wordt gemeten als
u zelf een andere ruimtetemperatuur meet.
• Druk op toets
Bevestig met OK.
Zodra de instelling van deze parameter is gewijzigd, gaat de thermostaat over op de auto-modus
en worden deze wijzigingen meteen in aanmerking genomen.
Vakantiemodus
Deze modus beveiligt uw woning tegen vorstschade
door tijdens uw afwezigheid een instelbare mini-
mumtemperatuur (van 5 °C tot 30 °C) aan te houden.
U kunt de duur van uw afwezigheid programmeren
zodat de temperatuur weer hoger wordt wanneer
u terugkomt.
• Druk op toets
aantal dagen (1 tot 99 dagen) te selecteren dat
u afwezig bent.
De huidige dag telt als 1.
Bevestig met OK.
• Het pictogram
temperatuur knippert.
• Druk op toets
ratuurniveau te bepalen. Bevestig met OK.
Laat de thermostaat in deze modus. Om te
annuleren en terug naar de automatische modus
te gaan drukt u op toets
• Om de afwezigheidduur of het temperatuurniveau
te veranderen drukt u op toets
de wijzigingen aan.
Wenstemperaturen instellen
De temperaturen zijn ingesteld op :
Comfort = 19 °C, Spaarstand = 16 °C.
De wenstemperaturen voor de verwarming zijn
instelbaar van 5 °C tot 30 °C.
Comforttemperatuur wijzigen
• Druk op toets
onder . De comforttemperatuur
• Druk op toets
te wijzigen. Bevestig met OK.
Spaartemperatuur wijzigen
• De spaartemperatuur
• Druk op toets
te wijzigen. Bevestig met OK.
PA:3
3 t/m
en drukt u daarna één maal lang (>5s) op OK.
+
of
–
om de temperatuur te wijzigen binnen de grenzen van +/-3 °C.
4
OK
om verder te gaan naar de volgende parameter.
+
of
–
om deze in te schakelen (
4
OK
om naar de volgende parameter te gaan.
OFF
is standaard ingesteld op
Yes
no
+
–
of
om
(reset) of
(geen reset) te kiezen.
4
OK
om naar de volgende parameter te gaan.
+
of
–
om de temperatuur te wijzigen binnen de grenzen van +/-3 °C.
4
, Druk op toets
+
om het
2
4
verschijnt en de te wijzigen
+
of
–
om het gewenste tempe-
4
menu.
en brengt u
2
menu
om de cursor te plaatsen
knippert.
+
of
–
om de temperatuur
4
knippert.
+
of
–
om de temperatuur
4
PA:12
), drukt u op toets
menu
ON
oFF
) of uit te schakelen (
.
menu
om de cursor te plaatsen onder
om de cursor te
).