Bediening
Voor het goed functioneren van de MVS-8RH
moeten de volgende voorwaarden in acht
worden genomen.
•
Zorg dat er voldoende lucht kan worden toe-
gevoerd via klapraampjes of toevoerroosters.
•
Indien in Uw woning niet-afsluitbare lucht-
toevoeropeningen zijn aangebracht, stop
deze dan niet dicht en plak ze niet af.
De MVS-8RH wordt bediend met een draadloze
afstandsbediening.
De automatische stand regelt de ventilatie op
basis van vochtproductie toename.
Voor de installateur
De MVS-8RH bestaat uit een aanzuigplenum
met 3 aansluitopeningen van Ø125 mm, een
ventilatorhuis en een motorplaat met deksel.
De aansluitopeningen zijn voorzien van breek-
platen welke er met een hamer uit geslagen
kunnen worden. Op de motorplaat zijn de
motor, het condensatorblok en de ontvanger
gemonteerd.
4
Installatie
De installatie moet geschieden met zo weinig
mogelijk weerstand in het kanaal. Flexibele
leidingen moeten worden vermeden. Van de
niet gebruikte aanzuigopeningen mag de
breekplaat niet worden verwijderd, tenzij
deze openingen weer voldoende worden
afgedicht conform de veiligheidseisen. Aan
de achterzijde van het aanzuigplenum bevindt
zich een opening ten behoeve van aanslui-
ting direct op de wand of het plafond. Indien
deze aansluiting niet wordt gebruikt dient hij
te worden afgedicht met het meegeleverde
"luchtgeleidingskruis". Dit kan er eenvoudig in
worden gedrukt en gedraaid tot het vast klikt.
De montage van het aanzuigplenum aan de
muur of op plafond geschiedt met een viertal
meegeleverde schroeven en pluggen, vanuit de
binnenzijde van het plenum.
Onderhoud bewoner
De bewoner dient er op toe te zien dat de
ventilator 1x per jaar door de installateur wordt
gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd.