Luchtstroomsnelheid regelen
5.3.3 Uitblaasrichting
Uitblaasrichting regelen
FTXF20~42E5V1B+ATXF20~42E5V1B
Daikin kamerairconditioners
4D526466-14K – 2022.09
INFORMATIE
Als de unit het temperatuurinstelpunt bereikt:
▪
In de stand verwarmen stopt de ventilator met draaien.
▪
In de stand koelen blijft de ventilator draaien met de actuele snelheid.
1 Druk op
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De verticale kleppen bewegen.
Instelling
Verticaal automatisch
draaien
[—]
VOORZICHTIG
▪
Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met een gebruikersinterface (bijv.
draadloze afstandsbediening). Wanneer u de horizontale klep met de hand
verplaatst terwijl ze draait, geraakt het mechanisme defect.
▪
Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig. In de luchtuitlaat draait
een ventilator met hoge snelheid.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de bedrijfsstand. De
horizontale klep stopt in de bovenste stand wanneer de luchtstroomsnelheid bij
het omhoog en omlaag draaien op laag wordt ingesteld.
a
b
c
a Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
1 Om automatisch draaien te gebruiken, druk op
Resultaat:
verschijnt op het scherm.
Resultaat: De horizontale klep begint te draaien.
Uitblaasrichting
Beweegt omhoog en omlaag.
Blijft in een vaste stand.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
Functie
|
.
21