! !WAARSCHUWING!
Niet-naleving van de eisen die in dit document staan vermeld, kan leiden tot verlies van
mensenlevens of eigendommen.
3
Vereisten voor alle installaties
Alleen gekwalificeerd personeel mag de installatie en het onderhoud uitvoeren. De classificatie van gebied, type
bescherming, temperatuurklasse, gasgroep en ingangsbescherming moeten conform de gegevens zijn die op het
label en in dit document worden vermeld.
Bedrading en leidingen moeten voldoen aan alle lokale en nationale voorschriften die van toepassing zijn op de
installatie. De bedrading moet geschikt zijn voor minimaal 5 ºC boven de maximale verwachte
omgevingstemperatuur.
(ATTENTION – LE CABLAGE D'ALIMENTATION DOIT ETRE ÉVALUÉ POUR UNE TEMPERATURE AU MOINS 5°C PLUS
QUE LA TEMPERATURE AMBIANTE MAXIMALE)
SVI3 is gecertificeerd voor een minimale omgevingstemperatuur van -55 °C, maar er zijn twee
temperatuurmodellen beschikbaar, een standaard (-40 °C) en een uitgebreid temperatuurbereik (-55 °C). Voor
optimale prestaties moet de op het etiket aangegeven minimale omgevingstemperatuur in acht worden
genomen.
Als het type bescherming afhankelijk is van kabelwartels, moeten de wartels gecertificeerd zijn voor het type
bescherming dat is vereist.
Bij normaal bedrijf wordt gecomprimeerd voedingsgas uit de SVI3 naar de omgeving afgevoerd. Indien aardgas
als toevoergas wordt gebruikt, kunnen extra voorzorgsmaatregelen of gespecialiseerde installaties vereist zijn.
Het in acht nemen van de gevarenzone is de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker. Ventilatie van de ruimte
en andere veiligheidsmaatregelen kunnen nodig zijn om een veilige omgeving te handhaven.
Controleer of de markeringen op het label in overeenstemming zijn met de toepassing.
Controleer of de luchttoevoerdruk de markering op het label niet kan overschrijden.
De eindgebruiker dient het typeplaatje permanent gepast te markeren, op basis van het voor de installatie
gekozen beschermingstype. De kleine cirkels naast de verschillende groeperingen van beschermingstypes zijn
voor dit doel aangebracht. Zodra het type is gemarkeerd, kan het niet meer worden gewijzigd.
Er moet worden voor gezorgd dat het thermisch effect van de procestemperatuur niet leidt tot het overschrijden
van de opgegeven omgevingstemperatuur voor de SVI3.
"X"-markering - De behuizing van de SVI3 bestaat voor meer dan 10% uit aluminium; er moet tijdens de
installatie voor gezorgd worden dat er geen schokken of wrijvingen ontstaan die een ontstekingsbron kunnen
veroorzaken.
"X"-markering - Potentieel gevaar van elektrostatische lading – Gebruik voor een veilige werking uitsluitend een
vochtige doek bij het schoonmaken of afvegen van het apparaat, en alleen wanneer de plaatselijke
omstandigheden rondom het apparaat vrij zijn van een potentieel explosieve atmosfeer. Gebruik geen droge
doek. Gebruik geen oplosmiddel.
"X"-markering - Instrumenten die zijn geïnstalleerd in stoffige gevaarlijke omgevingen, zones 20, 21 en 22;
moeten regelmatig worden gereinigd om de ophoping van stoflagen op oppervlakken te voorkomen. U dient zich
te houden aan de richtlijnen zoals beschreven in IEC/TS 60079-32-1 ter voorkoming van het risico op
elektrostatische ontlading.
Alvorens in gebruik te nemen, moeten alle SVI3-afdekkingen stevig aan de behuizing worden bevestigd om de
bescherming tegen binnendringing te behouden.
Auteursrecht 2022. Dit document en alle informatie hierin zijn eigendom van Dresser LLC
ES-817 Rev. G
Pagina 4 van 16