Deel 2 - Configuratie
Camera-instellingen
Raadpleeg Menugebruik op pagina 30
voor basisinformatie over het gebruik van de
installatiemenu's.
Registratie
U kunt camera's op externe locaties registeren. Als u een
nummer op de lijst selecteert, kunt u de camera met
behulp van het muiswiel omhoog of omlaag verplaatsen
om de positie te wijzigen. De overige camera's worden
automatisch omlaag verplaatst in de lijst.
● Titel: bewerk de naam van de camera.
● MAC-adres: geeft het MAC-adres van de camera weer
dat op de NVR is geregistreerd.
● Adres: geeft het IP-adres van de camera weer dat op
de NVR is geregistreerd.
● Model: geeft het model van de camera weer.
● Scannen: selecteer om het apparaat dat met de NVR
is verbonden te scannen en te registreren.
Deze functie wordt alleen ondersteund bij een
verbinding met de NVR vanaf een extern programma.
40
Aparaatscan
Scan het apparaat onder Registratie - Scannen.
● Protocol: selecteer het protocol dat u wilt zoeken dat door
de camera (of videocodeerder) is gebruikt.
• Ook als het netwerkapparaat een protocol gebruikt
dat wordt ondersteund door de NVR, is het apparaat
zelf wellicht niet zichtbaar voor scannen en registreren
door de NVR. Neem voor meer informatie over
ondersteunde apparaten en modellen contact op met
uw leverancier.
• De ondersteunde scanmodi kunnen verschillen,
afhankelijk van het geselecteerde protocol.
● Modus: selecteer de scanmodus.
– Automatisch scannen (LAN): geeft de camera's in een
LAN-omgeving weer. Als met Automatisch scannen
(LAN) geen camera wordt herkend, gebruikt u de IP-
adresscan.
– IP-adres: voer het IP-adres van de camera in. De NVR
scant naar de camera met het opgegeven adres. Als u
het bereik van een IP-adres invoert, scant de NVR naar
camera's die binnen het bereik van het opgegeven
adres vallen. Als u een IP-adres opgeeft, kunt u ook
opgeven welke poort moet worden gebruikt met de
functie Externe admin. Het wordt aanbevolen om de
camera niet via DHCP (Dynamic Host Configuration
Protocol) te netwerken. Als de camera via DHCP wordt
genetwerkt, wordt de camera mogelijk niet juist
verbonden, afhankelijk van de wijzigingen in de externe
netwerkomgeving.
Als met Automatisch scannen (LAN) geen camera
wordt herkend, gebruikt u de IP-adresscan.
● Filter: voer een trefwoord in de velden MAC-adres/Adres/
Model/Naam/Status in voor de geselecteerde camera.
Hiermee kan de gebruiker deze camera eenvoudig scannen.
Bij het configureren van een poort kan het apparaat
mogelijk niet scannen als de poort die voor de NVR is
geselecteerd anders is dan de poort die voor de camera is
geselecteerd. In dat geval moet u de camera registreren
om het IP-adres te wijzigen.