›
De WLAN-functie inschakelen
Selecteer in de menustand Instellingen
Wi-Fi. U kunt ook het snelkoppelingenpaneel openen en Wi-Fi
selecteren.
Het WLAN wordt op de achtergrond geactiveerd, maar
verbruikt wel batterijvermogen. Activeer het WLAN
daarom alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te
sparen.
›
Een WLAN zoeken en daarmee verbinding
maken
1
Selecteer in de menustand
→
Wi-Fi.
Het toestel gaat automatisch naar beschikbare WLAN's op
zoek.
2
Schakel het selectievakje naast een netwerk in.
3
Geef een wachtwoord voor het netwerk in en selecteer
Gereed (indien nodig).
86
Connectiviteit
→
Connectiviteit
Instellingen
Connectiviteit
→
›
Het verbindingsprofiel aanpassen
1
→
Selecteer in de menustand
→
Wi-Fi.
2
Selecteer het gevonden WLAN AP.
Het huidige verbindingsprofiel voor het netwerk wordt
weergegeven.
3
Pas het verbindingsprofiel van het geselecteerde WLAN aan:
Optie
Naam
Beveiligingstype
IP-adres
IP-adrestype
Instellingen
Connectiviteit
→
Functie
De naam van het profiel weergeven.
Het beveiligingstype van het WLAN-
toegangspunt weergeven.
Uw IP-adres van het WLAN-
toegangspunt weergeven.
IP- en DNS-adressen aanpassen.