BIJVULLEN
Nadat de aanmaakhoutjes zijn uitgebrand en nog uitsluitend
een gloeiende massa vormen kunt u de kachel bijvullen.
Wacht met bijvullen tot er nog maar
weinig vlammen aanwezig zijn. Open
de bypass-klep en daarna de deur.
Vul de kachel bij met twee vuistdikke
blokken hout van maximaal 1kg.
Verspreidt deze zo goed mogelijk
over de gehele verbrandings-ruimte.
Leg de blokken niet te dicht bij de
deur en leg de blokken met de schors
naar onderen gericht. Sluit de deur
geheel en daarna de bypass-klep.
PAS OP: door de hoge temperatuur
in de verbrandingsruimte kan het
hout direct vlamvatten. Sluit de deur.
Pas nadat de blokken vlam hebben
gevat kunt u, indien gewenst, de
luchttoevoer verder terug regelen.
8
Indien
na
verloop
van
tijd
de
kamertemperatuur te hoog oploopt
kunt u de luchtklep verder dicht
zetten om de kachel rustiger te laten
branden.
Een rustigere verbranding kunt u ook
bereiken door grotere stukken hout
te gebruiken of door kleinere stukken
hout te bundelen.
Als de binnenzijde van de kachel na
verloop van tijd niet schoon brand
maar zwart blijft is er sprake van een
slechte verbranding. U dient te
zorgen voor een hogere temperatuur
door meer en / of kleinere stukken
hout te verbranden, en / of de
luchttoevoer verder te openen.
STOKEN BIJ HOGERE
BUITENTEMPERATUUR
In de overgangstijd, ofwel bij hogere
buitentemperaturen, kan het bij
een stijgende buitentemperatuur
komen tot een verstoring van de
schoorsteentrek wat als gevolg
heeft dat rook de kachel uittreedt.
Dit kan voorkomen worden door de
kachel te stoken met een grotere
vlamontwikkeling. Een grotere
vlamontwikkeling bij een gelijk
vermogen wordt verkregen door de
kachel vaker te vullen met minder
hout en te stoken met een meer
geopende luchtklep. Tevens het
vuur, vooral als het bestaat uit veel
gloeiende as vaker oprakelen.