Veiligheidsmaatregelen
De verwarming en diens onderdelen moeten geïnstalleerd
worden door gespecialiseerde organisaties die bevoegd zijn door de
fabrikant. De verwarmingsinstallatie moet enkel uitgevoerd
worden door professionals volgens de montage-instructies.
Gezondheidsrisico
Risico van
beschadigen van
apparatuur
Risico van
beschadigen van
apparatuur
De verwarming dient enkel gebruikt te worden voor de doeleinden
die beschreven staan in deze gebruikshandleiding.
Gezien het gevaar van vergassing door uitlaatgassen tijdens de
werking van de verwarming, is het verboden om de verwarming te
gebruiken in gesloten parkeerfaciliteiten zonder ventilatie (garages,
workshops, enz.).
Tijdens het tanken van het voertuig moet de verwarming worden
uitgeschakeld.
Het is verboden om de stroom van de verwarming uit te schakelen
vóór het einde van de spoelcyclus.
Het is verboden om de connectoren van de verwarming aan te
sluiten of te ontkoppelen als de stroom is ingeschakeld.
Het is verboden om op de verwarming te staan of om er objecten op
te leggen.
Het is verboden om kleding, doeken, enz. op de verwarming te
leggen of om deze voor de inlaat of uitlaat van de verwarmde lucht
te plaatsen.
Na het uitschakelen kan de verwarming weer opgestart worden na
ten minste 5 - 10 sec.
Om de gebruiksveiligheid van de verwarming te garanderen bij twee
mislukte pogingen om op te starten, moet contact worden
opgenomen met het onderhoudscentrum voor probleemoplossing en
storingsoplossing.
4