Inhoudsopgave Welkom Uw hoortoestellen Type toestel Vertrouwd raken met uw hoortoestellen Componenten en benamingen Bedieningsregelaars Instellingen Batterijen Batterijformaat en hanteertips Batterijen vervangen Dagelijks gebruik In- en uitschakelen De hoortoestellen plaatsen en verwijderen Het volume aanpassen Het kiezen van een luisterprogramma Bijkomende aanpassingen (optioneel) Bijzondere luistersituaties ...
Pagina 3
Meer informatie Veiligheidsinformatie Draadloze functie Accessoires In dit document gebruikte symbolen Problemen oplossen Specifieke nationale informatie Service en garantie ...
Welkom Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor onze hoortoestellen. Natuurlijk heeft u, net zoals met alle nieuwigheden, even tijd nodig om hiermee vertrouwd te raken. Deze handleiding zal u samen met de ondersteuning van uw audicien helpen om meer te weten te komen over de voordelen en de betere levenskwaliteit die uw hoortoestellen u zullen bieden.
Uw hoortoestellen Deze gebruikershandleiding beschrijft optionele functies waarover uw hoortoestellen al dan niet kunnen beschikken. Vraag uw audicien om aan te geven welke functies geldig zijn voor uw hoortoestellen. Type toestel Uw hoortoestellen zijn op maat gemaakt en dus speciaal afgestemd op de anatomie van uw oren. Ze worden direct in het oor gedragen, in het komvormige deel van het oor of diep in de gehoorgang.
Componenten en benamingen Deze gebruiksaanwijzing beschrijft meerdere types hoortoestellen. Gebruik de onderstaande afbeeldingen om het door u gebruikte type hoortoestel te identificeren. Wij wijzen u erop dat de drukknop, het volumewiel en de opening zich bij uw hoortoestellen op de voor uw oor optimale plaats bevinden.
Pagina 7
I TC (In The Canal) met bedieningsregelaars ➊ Microfoon ➋ Drukknop (optioneel) ➌ Tweede microfoon (optioneel) ➍ Batterijlade ➎ Volumeregelaar (optioneel) ➏ Ventilatiekanaal (optioneel) ➏ ➏ C IC/IIC (Completely In the Canal) ➊ Ventilatiekanaal (optie) ➋ Batterijvak (met ➋ ➋ optionele drukknopfunctie) ➌ Microfoon ➌ ➌ ➍ Verwijderingskoord...
Bedieningsregelaars Met de bedieningsregelaars kunt u bijvoorbeeld het volume aanpassen of een ander luisterprogramma kiezen. Uw hoortoestellen zijn uitgerust met een drukknop of een volumewiel of zijn helemaal niet voorzien van een bedieningsregelaar. Bij sommige toestellen werkt het batterijvak ook als drukknop. Uw audicien heeft de gewenste functies geprogrammeerd in de bedieningsregelaars.
Pagina 9
Functie drukknop Druk kort: Programmawisseling Volume harder Volume zachter Tinnitus-therapiesignaal hoger niveau Tinnitus-therapiesignaal lager niveau Druk lang: Stand-by/inschakelen L = Links, R = Rechts Werking van het volumewiel Verhoog het volume: Wiel naar voren draaien. Verlaag het volume: Wiel naar achteren draaien.
Instellingen Luisterprogramma's Lees meer in hoofdstuk "Het luisterprogramma wijzigen". Functies Dankzij de inschakelvertraging kunt u hoortoestellen zonder fluitgeluiden inbrengen. Lees meer in hoofdstuk "In- en uitschakelen". AutoPhone™ schakelt automatisch naar het telefoonprogramma wanneer de telefoonluidspreker dicht bij het oor wordt gebracht. Lees meer in hoofdstuk "Aan de telefoon".
Pagina 11
De tinnitus-therapiefunctie genereert een geluid dat u afleidt van uw tinnitus. Er is een luisterspoel ingebouwd zodat het hoortoestel verbinding kan maken met een ringleiding. Lees meer in hoofdstuk "Ringleidingen". Met de functie e2e wireless kunt u beide hoortoestellen tegelijk bedienen. Lees meer in hoofdstuk "Draadloze functie".
Batterijen Wanneer de batterij bijna leeg is, wordt het geluid zwakker en/of hoort u een waarschuwingssignaal. Het type batterij zal bepalen wanneer u de batterij dient te vervangen. Batterijformaat en hanteertips Vraag uw audicien naar de aanbevolen batterijen. Batterijformaat: ● Gebruik steeds het juiste batterijformaat voor uw hoortoestellen.
B atterijen vervangen De batterij verwijderen: Open de batterijlade. Verwijder de batterij handmatig. De batterij plaatsen: Als de batterij een beschermende folie heeft, dient u deze pas te verwijderen wanneer u klaar bent om ze te gebruiken. Plaats de batterij zo dat het "+"-symbool naar boven wijst.
Dagelijks gebruik In- en uitschakelen U heeft de volgende mogelijkheden om uw hoortoestellen in of uit te schakelen. Via de batterijlade: Inschakelen: Sluit de batterijlade. Het standaard volume en luisterprogramma zijn ingesteld. Uitschakelen: Open de batterijlade helemaal. Via de drukknop: In- of uitschakelen: Druk op de drukknop en houd deze gedurende een aantal seconden ingedrukt.
Pagina 15
Wanneer u de hoortoestellen draagt, kan een optionele signaaltoon aangeven wanneer een toestel in- of uitgeschakeld wordt. Wanneer de inschakelvertraging geactiveerd is, schakelen de hoortoestellen met enkele seconden vertraging in. Gedurende die tijd kunt u de hoortoestellen plaatsen zonder een vervelend fluitgeluid te horen. De "inschakelvertraging"...
De hoortoestellen plaatsen en verwijderen Uw hoortoestellen zijn afgesteld op uw rechter en linker oor. De kleur van het label op het hoortoestel geeft aan voor welk oor het is bestemd: ● rood label = rechteroor ● zwart of blauw label = linkeroor Een hoortoestel plaatsen: Plaats het hoortoestel voorzichtig in de gehoorgang.
Pagina 17
● Het kan handig zijn om het rechter hoortoestel met de rechter hand en het linker hoortoestel met de linker hand te plaatsen. ● Als u problemen heeft met het inbrengen van het oorstukje, gebruikt u de andere hand om uw oorlel voorzichtig omlaag te trekken.
Pagina 18
Een hoortoestel verwijderen: AANWIJZING Trek nooit aan het batterijladeklepje of de volumeregelaar om het hoortoestel te verwijderen. Dit zou uw hoortoestel kunnen beschadigen. Druk zacht tegen de achterkant van uw oor om het hoortoestel los te werken. Wanneer uw hoortoestel voorzien is van een verwijderingskoord, verwijdert u het hoortoestel door aan het koord te trekken naar de achterzijde van uw hoofd.
Het volume aanpassen Uw hoortoestellen passen automatisch het volume aan de luistersituatie aan. Als u het volume liever handmatig wilt aanpassen, kunt u dat doen door aan het volumewiel te draaien, kort op de drukknop te drukken of via de afstandsbediening. Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningsregelaars" om uw bedieningsregelaars in te stellen.
Indien de functie AutoPhone of TwinPhone is geactiveerd, schakelt het luisterprogramma automatisch naar een telefoonprogramma wanneer de telefoonluidspreker zich dicht bij het hoortoestel bevindt. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Aan de telefoon". Bijkomende aanpassingen (optioneel) De bedieningsregelaars van uw hoortoestellen kunnen bijvoorbeeld ook worden gebruikt om de geluidsbalans of het tinnitus-therapieniveau te wijzigen.
B ijzondere luistersituaties A an de telefoon Houd de telefoonluidspreker bij het telefoneren enigszins gedraaid, zodat hij het oor niet volledig bedekt. T elefoonprogramma U prefereert een bepaald volume wanneer u de telefoon gebruikt. Vraag uw audicien om een telefoonprogramma te configureren.
Pagina 22
Automatische programma-omschakeling (AutoPhone of TwinPhone) Uw hoortoestel kan automatisch het telefoonprogramma selecteren wanneer u de telefoonhandset dicht bij uw oor houdt. TwinPhone kan het gesprek zelfs naar beide oren verzenden. Wanneer het telefoongesprek is afgerond, beweegt u de handset weg van het hoortoestel en zal de microfoonmodus zichzelf opnieuw instellen.
Ringleidingen Sommige telefoontoestellen en openbare ruimtes zoals theaters bieden het audiosignaal (muziek en spraak) aan via een ringleiding. Met dit systeem kunnen uw hoortoestellen het gewenste signaal rechtstreeks ontvangen – zonder storende omgevingsgeluiden. Ringleidingen worden meestal aangegeven met speciale borden. Of een ringleidingspoel ingebouwd is in uw hoortoestel, staat vermeld in het hoofdstuk "Instellingen".
Pagina 24
Ringleidingprogramma en afstandsbediening AANWIJZING Voor hoortoestellen met een voorziening voor draadloze verbinding: Wanneer het ringleiding-programma actief is, zal de afstandsbediening misschien een pulserend geluid veroorzaken. Gebruik de afstandsbediening op een afstand van meer dan 10 cm.
Onderhoud en behandeling Om schade te vermijden is het belangrijk dat u zorg draagt voor uw hoortoestellen en dat u een aantal basisregels volgt. Deze zullen gauw deel gaan uitmaken van uw dagelijkse routine. Hoortoestellen Drogen en bewaren Droog uw hoortoestellen 's nachts. Informeer bij uw audicien naar aanbevolen droogproducten.
Uw hoortoestellen kunnen voorzien zijn van een beschermend waslaagje. Dit voorkomt het binnendringen van oorsmeer. Pas op dat u het beschermende waslaagje niet beschadigd bij het reinigen van uw hoortoestellen. Gebruik nooit stromend water en dompel de toestellen nooit onder in water. Oefen nooit druk uit tijdens het reinigen.
Meer informatie Veiligheidsinformatie Meer informatie over de veiligheid vindt u in de veiligheidshandleiding die met het toestel wordt geleverd. Draadloze functie Mogelijk beschikken uw hoortoestellen over een draadloze functie. Hierdoor wordt synchronisatie voorzien tussen uw twee hoortoestellen: ● Als u het programma of volume op één toestel wijzigt, wordt het andere automatisch ook gewijzigd.
A ccessoires Het type beschikbare accessoires is afhankelijk van het type toestel. Voorbeelden hiervan zijn: een afstandsbediening, een toestel voor audiostreaming of een smartphone app voor afstandsbediening. Sommige typen hoortoestellen ondersteunen CROS en BiCROS-oplossingen voor mensen met doofheid aan een zijde.
Problemen oplossen Problemen en mogelijke oplossingen Het geluid is zwak. ● Verhoog het volume. ● Sluit de batterijlade voorzichtig helemaal. ● Reinig het hoortoestel. ● Vervang de lege batterij. ● Vraag uw audicien om de luidsprekerfilter en/of de microfoonbescherming te vervangen. Het hoortoestel maakt een fluitend geluid. ●...
Problemen en mogelijke oplossingen Het hoortoestel werkt niet. ● Schakel het hoortoestel in. ● Sluit de batterijlade voorzichtig helemaal. ● Vervang de lege batterij. ● Controleer dat de batterij op de juiste manier is geplaatst. ● De inschakelvertraging is actief. Wacht enkele seconden en controleer opnieuw. Neem contact op met uw audicien als u verdere problemen ondervindt.