DAGELIJKS GEBRUIK
Stap 2
Houd de knop vast. In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties.
Stap 3
Selecteer het symbool van de verwarmingsfunctie en druk op de knop om het sub‐
menu te openen.
Stap 4
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op de knop.
Stap 5
Selecteer:
Het display toont de temperatuurinstellingen.
Stap 6
Draai aan de knop om de temperatuur in te stellen en druk erop.
Stap 7
Druk op:
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 8
Schakel de oven uit.
6.2 Instellen: Magnetronfuncties
Stap 1
Verwijder alle accessoires en zet het apparaat aan.
Stap 2
Houd de knop vast. In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties.
Stap 3
Selecteer het symbool van de verwarmingsfunctie en druk op de knop om het sub‐
menu te openen.
Stap 4
Selecteer de magnetronverwarmingsfunctie en druk op de knop.
Stap 5
Selecteer: W. Druk op de knop.
Op het display verschijnen de instellingen van het magnetronvermogen.
Stap 6
Draai aan de knop en druk erop om het magnetronvermogen in te stellen.
Stap 7
Druk op:
Druk op
om de functie uit te schakelen.
Stap 8
Schakel het apparaat uit.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is afhankelijk van het door jou ingestelde
magnetronvermogen:
16/40
Druk op de knop.
.
.