Apparaat inschakelen
ü Een sonde is gemonteerd.
ü De koptelefoon is evt. aangesloten.
1. Druk op de toets aan-/uit (1).
ð Het apparaat is klaar voor gebruik.
ð Op het display (11) wordt het actuele geluidsniveau
weergegeven.
Geluidssterkte regelen
De geluidssterkte kan in stappen van 2 dB worden gevarieerd
tussen -42 dB en 0 dB. De fabrieksinstelling is -22 dB.
1. Druk op de pijltoetsen (3, 9), om de geluidssterkte te
verhogen of te verlagen.
ð De actuele geluidssterkte wordt op het display
weergegeven.
Luchtgeluidssonde gebruiken
De luchtgeluidssonde is geschikt voor de volgende
toepassingsgebieden:
• Lekzoeken bij niet verborgen drukleidingen en buizen
• Aantonen van verliezen door lekkages bij openliggende
gasgevulde leidingnetten, ook tijdens bedrijf
• Detecteren van lekkages bij hogedrukstoominrichtingen
• Lokaliseren van haarscheurtjes, slechte lasnaden of
versleten flensverbindingen
• Lekdetectie bij alle toegankelijke armaturen en
verbindingselementen, waarbij processen onder vacuüm of
hoge druk plaatsvinden
• Detectie van slijtageverschijnselen bij kogel-, rol- of
naaldlagers
• Detectie van cavitatie in bijv. pompen of compressoren
• Lokaliseren van elektrische vonkoverslag of corona-
ontladingen bij elektrische componenten
NL
ü De luchtgeluidssonde is gemonteerd.
ü Het apparaat is ingeschakeld.
ü De geluidssterkte van de koptelefoon staat op minimum.
1. De koptelefoon opzetten.
2. Test de geluidssterkte, door op ca. 50 cm afstand van de
luchtgeluidssonde de vingertoppen van duim en wijsvinger
tegen elkaar te wrijven.
3. Verhoog voorzichtig de geluidssterkte bij de koptelefoon,
tot u een geluid hoort.
4. Beweeg daarna de luchtgeluidssonde in de richting van de
ultrasone geluidsbron.
5. Omdat de intensiteit van de ultrasone geluidsbron in eerste
instantie onbekend is, de geluidssterkte bij de koptelefoon
evt. verlagen als u de ultrasone geluidsbron nadert.
ð Het geluid, evenals de uitslag van de schaal nemen toe bij
het naderen van de bron.
Opzetstukken voor luchtgeluidssonde gebruiken
U kunt de meegeleverde sonde eveneens gebruiken met de
meegeleverde opzetstukken.
De opzetstukken dienen voor een betere puntlokalisatie van het
ultrasoonsignaal:
• De akoestische hoorn (19) is geschikt voor het ook
lokaliseren op grotere afstanden van enkele meters.
• De richtbuis (18) kan worden gebruikt voor meer
nauwkeurige puntlokalisatie op kortere afstanden.
De geplaatste punt (17) kan bijv. voor de controle van
lasnaden of klepafdichtingen worden gebruikt.
Ga als volgt te werk voor het gebruik van de opzetstukken:
1. Plaats de rubbertule bij het opzetstuk voorzichtig op de
luchtgeluidssonde. Zorg hierbij dat het rooster bij de
luchtgeluidssonde niet wordt beschadigd.
19
2. Heeft u de adapter niet meer nodig, trek deze dan weer
voorzichtig van de luchtgeluidssonde.
ultrasone detector SL3000
17
18
7