INFORMATIE
▪ Als de unit het temperatuurinstelpunt in de stand
koelen of verwarmen heeft bereikt, stopt de ventilator
met draaien.
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET
worden ingesteld.
5.3.1
Luchtstroomsnelheid regelen
1 Druk op
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
5.4
Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker
ingestelde richting (variabele of vaste stand). De verticale kleppen
bewegen.
Instelling
Beweegt omhoog en omlaag.
Verticaal automatisch
draaien
[—]
Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
▪ Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met
een gebruikersinterface. Wanneer u de horizontale klep
met de hand verplaatst terwijl ze draait, geraakt het
mechanisme defect.
▪ Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig.
In de luchtuitlaat draait een ventilator met hoge
snelheid.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de
bedrijfsstand. De horizontale klep stopt in de bovenste stand
wanneer de luchtstroomsnelheid bij het omhoog en omlaag draaien
op laag wordt ingesteld.
a
b
c
a
Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b
Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c
Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
5.4.1
Uitblaasrichting regelen
1 Om automatisch draaien te gebruiken, druk op
Resultaat:
verschijnt op het scherm.
Resultaat: De horizontale klep begint te draaien.
2 Om de klep niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer de klep de gewenste stand heeft bereikt.
Resultaat:
verdwijnt van het scherm.
FTXF50~71D2V1B + FTXF50~71A2V1B
Daikin kamerairconditioner
3P511999-6J – 2021.07
Uitblaasrichting
.
5.4.2
Verticale kleppen regelen
1 Houd 1 of beide knoppen vast en verplaats de kleppen.
a
a
Knoppen
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is
geïnstalleerd, mogen de verticale kleppen niet naar een
muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
5.5
Comfort-functie
Deze functie kan worden gebruikt bij verwarmen of koelen. Het
resultaat is een comfortabele luchtstroom die NIET in rechtstreeks
contact met mensen komt. Het systeem stelt de positie van de vaste
luchtstroomrichting naar omhoog in bij koelen en naar omlaag bij
verwarmen.
Koelstand
INFORMATIE
De Powerful- en Comfort-functie kunnen niet tegelijk
worden gebruikt. De laatst geselecteerde functie heeft
voorrang.
Als
automatisch
geselecteerd, wordt de Comfort-functie geannuleerd.
5.5.1
Comfort-functie starten/stoppen
1 Druk op
om te starten.
Resultaat: De stand van de horizontale klep verandert,
verschijnt op het scherm en de luchtstroomsnelheid wordt op
automatisch ingesteld.
Stand
Koelen/Drogen
Verwarmen
Opmerking: De Comfort-functie is NIET beschikbaar in de stand
alleen ventileren.
2 Druk op
om te stoppen.
Resultaat: De horizontale klep keert terug naar de stand van vóór
de Comfort-functie;
verdwijnt van het scherm.
5.6
Powerful-functie
Deze functie maximaliseert snel het koel-/verwarmingseffect in een
willekeurige stand. U krijgt het maximale vermogen.
5 Functie
a
Verwarmstand
verticaal
draaien
Stand van de horizontale
klep...
Omhoog
Omlaag
Gebruiksaanwijzing
is
7