Installatie; Een Installatiekaart Maken - enphase IQ7 Installatiehandleiding
Enphase micro-omvormers
Verberg thumbnails
Zie ook voor IQ7:
- Installatie- en bedieningshandleiding (42 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningshandleiding (38 pagina's)
Advertenties
INSTALLATIE
Plaats de Enphase Q Cable
1
A ) Plan voor elk kabelsegment dat de aansluitingen op de Enphase Q Cable
zijn afgestemd op de PV-module. Houd rekening met speling, draaien van
de kabel en obstakels.
B ) Markeer het geschatte middelpunt van elke PV-module op het PV-rek.
C ) Leg de bekabeling neer naast het geïnstalleerde rek voor het wissel-
stroomcircuit.
D ) Snijd elk segment van de kabel af op de geplande lengte.
WAARSCHUWING: leg de kabel vast aan de rail wanneer u
overschakelt tussen rijen, om te voorkomen dat de kabel of de
aansluiting beschadigd raakt. Reken er niet op dat de aansluiting de
spanning op de draad aan kan.
De lasdoos plaatsen
2
A ) Controleer dat de wisselstroomspanning op de locatie zich in het bereik
bevindt:
Servicetype en spanning: L naar N
230 V wisselstroom, eenfase
B ) Plaats een lasdoos op een geschikte locatie op het rek.
C ) Leg een wisselstroomverbinding van de achterkant van de lasdoos
naar het elektriciteitsnet met apparatuur en practices zoals vereist door
lokale regelgevingen.
3
De micro-omvormers monteren
A ) Monteer de micro-omvormer met de kant met beugel naar boven
(zie afbeelding) en onder de PV-module, beschut tegen regen en
zon. Laat minimaal 1,9 cm ruimte tussen het dak en de micro-omvor-
mer. Laat ook 1,3 cm tussen de achterkant van de PV-module en de
bovenkant van de micro-omvormer.
WAARSCHUWING: Installeer de micro-omvormer onder de PV-
module om een directe blootstelling aan regen, uv-stralen en andere
schadelijke weersomstandigheden te voorkomen. Monteer de
micro-omvormer niet ondersteboven.
B ) Draai de montagebevestigingen als volgt vast. Draai ze niet te strak aan.
• montagemiddelen van 6 mm: 5 Nm
• montagemiddelen van 8 mm: 9 Nm
• Gebruik de door de fabrikant aanbevolen aandraaiwaarde wanneer
u montagemiddelen gebruikt
Gelijkstroomaansluiting
Wisselstroomaansluiting
e
e kabel va
k b
k b
kab
el va
l
l
207 tot 253 V wisselstroom
er
er de mic
d e
d
mic
4
Een installatiekaart maken
Maak een papieren installatiekaart met de serienummers en posities
van de micro-omvormers in de array.
A ) Haal het verwijderbare label met het serienummer los van elke
micro-omvormer en plak dit op de betreffende plaats op de papieren
installatiekaart.
B ) Haal het label los van de Envoy-S en plak dit op de installatiekaart.
C ) Bewaar altijd een kopie van de installatiekaart.
De bekabeling beheren
5
A ) Gebruik kabelklemmen of kabelbinders
om de kabel aan het rek te bevestigen. De
kabel moet ten minste elke 1,8 m worden
ondersteund.
B ) Leg overtollige stukken kabel in een lus
zodat deze niet in contact komt met het
dak. Maak de lussen niet kleiner dan 12
centimeter in diameter.
6
De micro-omvormers aansluiten
A ) Sluit de micro-omvormer aan. Luister of u een klik hoort wanneer de
aansluitingen contact maken.
B ) Dek ongebruikte aansluitingen op de wisselstroomkabel af met
de Enphase Sealing Caps. Luister of u een klik hoort wanneer de
afsluitkappen contact maken.
WAARSCHUWING: plaats afdichtkappen op alle ongebruikte
wisselstroomaansluitingen, aangezien deze aansluitingen onder
stroom komen te staan wanneer het systeem wordt aangezet.
Afdichtkappen zijn vereist om de aansluitingen te beschermen tegen
vochtindringing.
U moet het Enphase-ontkoppelingsgereedschap gebruiken om een
afdichtkap of een wisselstroomaansluiting te verwijderen.
Bevestig serienummerlabels
Kabelklem
Advertenties
