2.3
Modus Instellingen afsluiten
1
Als u tijdens de eerste installatie het
menu wilt afsluiten, drukt u op de
knop HOME.
•
Het bericht 'Wilt u de
instellingen opslaan en dit menu
afsluiten' verschijnt.
2
Raak de knop 'Ja' aan om het menu
af te sluiten.
•
Als u tijdens de eerste installatie per ongeluk op de knop HOME drukt,
kunt u de modus Instellingen opnieuw openen door de knop 'Nee' aan
te raken. Raadpleeg ook hoofdstuk 4.1 'Modus instellingen openen'.
Opmerkingen
•
Om de afstandsbediening te kunnen gebruiken, dient u deze voor ten minste
één apparaat te hebben ingesteld.
•
Apparaten die tijdens de eerste installatie worden ingesteld, kunt u
naderhand weer verwijderen, hernoemen, herschikken of vervangen.
Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 4.2 'Apparaten instellen'.
3
De afstandsbediening gebruiken
- Algemene aanwijzingen
Na de eerste installatie kunt u de afstandsbediening gebruiken om uw
apparaten te bedienen.
Voor de bediening kunt u de daarvoor bestemde fysieke knoppen op
de afstandsbediening gebruiken, evenals de aanraakknoppen die worden
weergegeven wanneer een apparaat is geselecteerd.
3.1
Apparaten selecteren
1
Druk op de knop HOME.
•
Het scherm Home verschijnt.
Het tabblad 'Apparaten' wordt
gemarkeerd en de apparaten
waarvoor de afstandsbediening is
ingesteld worden weergegeven.
Raadpleeg hoofdstuk
4.2. 'Apparaten instellen' als u apparaten wilt toevoegen.
Als er meerdere pagina's met apparaten beschikbaar zijn, verschijnt
de knop
. Raak de knop
volgende pagina te gaan. Met de knop
de vorige pagina.
2
Selecteer het gewenste apparaat
door de bijbehorende knop aan te
raken.
•
Er verschijnt een toetsenblok met
knoppen om het geselecteerde
apparaat te bedienen.
•
Raak de knop
aan om naar
het volgende toetsenblok te gaan.
Met de knop
gaat u terug
naar het vorige toetsenblok.
3
U kunt het geselecteerde apparaat nu bedienen door de
aanraakknoppen (het toetsenblok) en de daarvoor bestemde fysieke
knoppen op de afstandsbediening te gebruiken.
aan om naar de
gaat u terug naar
NL
6