Inhoudsopgave
Advertenties
10. Plaats de ballast op de ballastplaten.
•
Plaats de ballast zoals beschreven in het ballastplan.
•
Gebruik alleen het type ballast zoals beschreven in het
ballastplan
•
Leg de ballast altijd zo ver mogelijk naar de liggers toe.
•
Stapel ballast nooit op.
11. Leg de eventueel benodigde retourkabels uit.
Dragers en panelen plaatsen
12. Buig de drager universal met twee handen over het kniepunt en
plaats deze direct op de ligger.
Buig de knie nooit de verkeerde kant op.
2
1
13. Duw beide gele eindblokjes van de drager universal in de sleuven
van een van de liggers en bevestig met twee korte schroeven.
Draai de schroeven met 5 tot 7 Nm aan.
Zorg dat de gaatjes van het eindblokje en
de ligger recht boven elkaar zitten.
14. Steun een zonnepaneel tegen de gele eindblokjes van de drager
universal en houd deze rechtop.
15. Sluit het zonnepaneel aan op het naastgelegen zonnepaneel en
bevestig de kabels in de kabelclips die zich aan de onderkant van
de drager universal bevinden.
16. Leg het paneel neer op de drager universal. Draai de schroeven
met 5 tot 9 Nm aan.
Afwerking
5-7 Nm
17. Bevestig eindklemmen en middenklemmen met klemschroeven
aan de dragers universal om de zonnepanelen vast te klemmen.
Draai de schroeven met 5 tot 9 Nm aan.
ongeveer 10 mm.
18. Vereffen de velden, indien gewenst, door gebruik te maken van
het 6mm gat in de ballastplaat.
19. Plaats een windplaat op de achterzijde van de dragers en zet met
twee korte schroeven per kant vast. Draai de schroeven met 3 tot
4 Nm aan.
Tussen twee panelen zit een ruimte van
5-9 Nm
3-4 Nm
Advertenties
Inhoudsopgave
