G
ebruiksaanwijzinG van de OntvanGer
1. Veiligheidsaanwijzingen
Deze ontvanger mag enkel geïnstalleerd worden
door een gekwalificeerde technicus die de in de
sector van de geautomatiseerde bediening gelden-
de normen naleeft.
Alle aansluitingen moeten worden uitgevoerd in
functie van een algemene voeding van 230 V.
Het is noodzakelijk aansluitingsmaterialen te ge-
bruiken die een isolatie garanderen die beantwoordt
aan de thans geldende veiligheids normen inzake
elektriciteit.
Met behulp van de zender/ontvanger wordt de
bediening via radiosturing uitgevoerd; alle veilig-
heids voorzieningen die nodig zijn voor de installatie
moeten apart voorzien worden.
De radio-ontvangst van het toestel kan door een
reeks factoren verstoord worden, zoals in de
volgende gevallen :
–
wanneer er zich in de omgeving radiostoringen
voordoen veroorzaakt door andere apparaten die
op dezelfde frequentieband uitzenden
–
indien het apparaat zich in een kast met metalen
delen bevindt. Er mogen enkel plastic kasten
gebruikt worden.
2. Beschrijving
De superheterodyne afstandsbedieningen waarvan
het bereik op de UHF-band gecontroleerd wordt
door een PLL, worden gebruikt voor de bediening
op afstand via een radiosignaal, waarbij de gelden-
de veiligheidsnormen worden nageleefd. Het is
onmogelijk het uitgezonden rolling code signaal
te kopiëren.
De ontvanger kan ofwel bediend worden door
een standaard afstandsbediening, ofwel door
opdrachten die verstuurd zijn via een interface
TCP-IP/radio (MY-HAND) via Wi-Fi of Internet.
De programmeermodus kan ofwel rechtstreeks
in de ontvanger ofwel door middel van de zender
geactiveerd worden. Deze tweede mogelijkheid
laat toe nieuwe zenders in een bestaand systeem
te programmeren, door middel van een vooraf
afgestelde zender, bv. wanneer de ontvanger moeilijk
bereikbaar is. De gebruiker kan hem gemakkelijk
zonder de hulp van de instal lateur afstellen.
De code van de zender is geprogram meerd in het
EEPROM-geheugen van de ontvanger, waar de
gegevens bewaard blijven, zelfs bij een stroom-
onderbreking
www.tempolec.be
3. Compatibele zenders
–
Elke zender met één of meerdere kanalen voor
impuls- of teleruptorsturing.
–
Elke zender met ten minste één kanalenpaar voor
een bistabiele sturing.
Opmerkingen
–
Elk zenderkanaal heeft een eigen code.
–
Als men de drukknop van de zender langer dan
30 seconden indrukt, wordt het verzonden signaal
automatisch onderbroken.
TV TXI 868 BB04
LED
In de voorafgestemde kit GardenPro 4 sturen de
verschillende zenderkanalen steeds de overeen-
stemmende ontvangerskanalen.
4. Functieprogrammering van
de ontvanger
Alvorens de functieprogrammering te starten, moet
men voor elk kanaal de gewenste functie kiezen
door middel van de 4 dipswitches.
4.1. Monostabiele- of impulsfunctie
Men kiest deze functie als het contact van de
ontvanger slechts moet ingeschakeld zijn gedu-
rende het indrukken van de zenderknop.
Plaats de dipswitch van het overeenstemmende
kanaal op OFF (lage stand).
4.2. Teleruptor- of bistabiele ON/OFF functie
Men kiest deze functie als het contact van de
ontvanger moet in- en uitschakelen bij elke druk
op de zenderknop.
Plaats de dipswitch van het overeenstemmende
kanaal op ON (hoge stand).
NL
CH1
CH2
CH1
CH2
CH1
CH3
CH2
CH3
CH4
CH4