Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Wanneer u de functie "Behoedzaam
wassen" activeert, wordt het aantal
trommelbewegingen gereduceerd.
Zo kunt u licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge-
bruikt in de programma's Witte was /
Bonte was, Express en Automatic.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de Start - toets en de pro-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De wasautomaat moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
58
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Witte / Bonte was 40°C.
Wanneer het controlelampje Inw./Voor-
wassen
– niet knippert, dan is "Behoedzaam
wassen" niet geactiveerd;
– wel knippert, dan is dan is "Behoed-
zaam wassen" wel geactiveerd.
F Door één keer op de Start - toets te
drukken kunt u tussen de 2 varianten
wisselen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram-
meerd en blijft dat totdat de andere va-
riant wordt gekozen en geprogram-
meerd.