Inhoudsopgave
Advertenties
Waarschuwing!
•
Houd de waarschuwings- en typeplaten in stand.
•
Gebruik het apparaat niet voor een ander doel dan waar het voor bedoeld is.
•
Een te hoge luchtdruk of snelheid zal de levensduur van het toestel verkorten en kan gevaarlijk
zijn.
•
Controleer de luchtslang op slijtage en houd deze uit de buurt van hitte en scherpe randen.
Draag het apparaat niet aan de luchtslang.
•
Alle personen die het apparaat niet gebruiken, moeten op een veilige afstand van de werkplaats
blijven wanneer de apparatuur in werking is. Houd kinderen ver van uw werkplek!
Instellen van de luchtleiding voor de werking van het toestel
Luchttoevoer
•
Zorg ervoor dat de luchtcompressor die wordt gebruikt om het luchtdrukgereedschap te bedie-
nen, het juiste vermogen levert.
•
Zorg dat het gereedschap uitgeschakeld is wanneer u het op de luchttoevoer aansluit.
•
Gebruik voor de beste prestaties de normale werkdruk van 6,2 bar (90 psi). Hoge druk en on-
zuivere lucht verkorten de levensduur van het gereedschap door snellere slijtage en kunnen
ook gevaarlijk zijn.
•
Laat het water dagelijks uit de compressortank lopen, evenals de condensatie in de luchtleidin-
gen. Water in de luchtleiding kan het apparaat binnendringen en de mechanische delen van het
gereedschap beschadigen, wanneer deze in gebruik is.
•
Laat de in de luchtleidingen eventueel aanwezige condens dagelijks aflopen.
•
Reinig het luchtinlaatfilterelement wekelijks. De aanbevolen aansluitingsprocedure vindt u in de
afbeeldingen.
•
De leidingdruk moet evenredig worden verhoogd om het drukverlies van extra lange luchtslan-
gen (gewoonlijk meer dan 8 m) te compenseren. De minimale binnendiameter van de slang
moet 6,35 mm (¼") zijn. De verbindingen moeten dezelfde binnenste afmetingen hebben. In de
regel wordt voor de best mogelijke werking van het gereedschap een luchtslang met een bin-
nendiameter van 9,5 mm (⅜") aanbevolen.
•
Gebruik geschikte slangen en slangverbindingen. Het wordt afgeraden om snelwisselkoppelin-
gen rechtstreeks op het toestel aan te sluiten, omdat deze door trillingen tot storingen kunnen
leiden. Voeg in plaats daarvan een toevoerslang toe en verbind de koppeling tussen de lucht-
toevoer en de slangpijp.
•
Controleer voor elk afzonderlijk gebruik de slangen op slijtage. Zorg ervoor dat aansluitingen
correct aangebracht zijn.
Nr.
Betekening
1
Luchtdrukgereedschap
2
Luchtslang
3
Smeertoestel
4
Drukregelaar
5
Filter
https://www.XPOtool.com
The Tool Experts
Nr.
Betekening
6
Afsluitventiel
7
Slangpijp
8
Koppeling en verbindingsstuk
9
Dagelijks laten leeglopen!
Leiding
en
aansluiting
10
met 13 mm (½") (of groter)
Artikel 62969
Nr.
Betekening
11
Persluchtdroger
Leiding en aansluiting met
12
25,4 mm (1") (of groter)
13
Luchtcompressor
14
Automatische afloopsequentie
15
Dagelijks laten leeglopen!
pagina 5
09
2022-1
Advertenties
Inhoudsopgave
