Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functie Van De Installatie; Automatische Deurfunctie Met Sensoren; Verkeersbesturing; Automatische Systeembewaking - Tormax Automatic TORMAX 2201 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

3.2

Functie van de installatie

De exploitant van de installatie is ervoor verantwoordelijk dat de schuifdeur te allen tijde vrij beweegbaar
is. Hij dient er met name voor te zorgen dat het bewegingspad van de schuifvleugel niet wordt geblok-
keerd door voorwerpen.

Automatische deurfunctie met sensoren

In de automatische stand (modus AUTOMAT) gaat de deur sensorgestuurd van beide zijden automatisch
open als een persoon nadert.
Als de deur in de modus UITGANG of UIT staat verschaft een persoon zich normaal gesproken toegang
via een sleutelschakelaar u of een kaartlezer u. De deur ontgrendelt, gaat open en sluit weer zodra de
sensoren na een afzonderlijk ingestelde openhoudtijd niet meer zijn geactiveerd.
De sensoren voor het openen en het open houden van de deur zijn zo aangebracht en ingesteld dat de
deur voortijdig open gaat en open blijft zolang zich een persoon in het pad van de deurvleugel bevindt.
Pas na een presentietijd van ca. > 1 min. kan de deur toch sluiten.
De door de monteur ingestelde gereduceerde sluitsnelheid die aan het gewicht van de deur is aangepast,
gecombineerd met een kracht van < 150 N voorkomt dat de deurvleugel met te veel kracht tegen een
persoon opbotst. Bovendien wordt het obstakel door de besturing herkend waarna de besturing een au-
tomatische omkering van de deur activeert.

Verkeersbesturing

De doorgang kan naar keuze in één richting (modus UITGANG) of helemaal worden geblokkeerd (modus
UIT).
Als bescherming tegen weersinvloeden (wind, kou en warmte) kan de deur in de modus AUTOMAT
GEREDUCEERD met een kleinere openingsbreedte worden gebruikt. Deze breedte is minimaal gelijk aan
de vluchtwegbreedte.

Automatische systeembewaking

De besturing bewaakt de veiligheidssensoren door middel van cyclische testen. Daarnaast voert de be-
sturing continu interne systeemtesten uit. Als een veiligheidsrelevant onderdeel niet meer naar behoren
functioneert, schakelt de installatie automatisch in een veilige toestand. Daarbij wordt het storingsnummer
op de bedieningseenheid getoond. Zie voor meer informatie hierover hoofdstuk 5 „Werkwijze bij storingen".
Elektromechanische vergrendeling u
De installatie kan via een elektromechanische vergrendeling in de modus UIT en naar keuze ook in an-
dere modi (bijv. UITGANG) in de stand dicht worden vergrendeld of met een houdmagneet u dicht worden
gehouden.
De vergrendeling wordt bewaakt. Een eventuele storing in de vergrendelingsmodus kan daarmee direct
op de bedieningseenheid worden weergegeven. Zie voor meer informatie hierover hoofdstuk 5 „Werkwijze
bij storingen".
De vergrendeling kan in het geval van een stroomuitval via de optionele handbediening direct worden
bediend.
T1321_12
Gebruiksaanwijzing TORMAX 2201 T-1165 nl
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave