8.3
Elektrische aansluitingen
1
20 mm max.
Legenda
1
Elektrische draden
2
isolerende mantel
Wanneer u elektrische kabels aansluit op een connector van de
print:
• bewaar dan een afstand van max. 20 mm tussen de aansluiting
en de geisoleerde mantel (2).
• Als dit niet het geval is, bevestig dan de elektrische draden (1)
aan elkaar met behulp een kunststof beugel.
• Bevestig alle kabels met de kabelklemmen in de elektronische
regeling.
9
Ingebruikname
BELANGRIJK :
i
Gelieve alle instructies m.b.t. uw systeem te lezen en in
acht te nemen alvorens over te gaan tot de installatie en
het eerste onderhoud.
10 Specifieke afstelling
Toegang tot de technische kenmerken van de regelaar laat toe
bepaalde instellingen uit te voeren en eventuele storingen te
analyseren.
Om de installatie optimaal aan te passen aan de situatie, is het
noodzakelijk een aantal parameters in te stellen.
• Houd de knop
3 seconden lang ingedrukt om het
installateurmenu te openen.
• Wanneer het symbool
en het eerste menu "HYD"
verschijnen, gebruik dan toets
waarde te selecteren.
• Druk op toets
om het volgende menu te tonen.
• Controlleer alle instellingen door de toets
lang ingedrukt te houden.
BELANGRIJK :
i
Het display keert na 15 minuten terug naar zijn normale
stand als u niets doet of nadat u meer dan 3 seconden
gedrukt hebt op toets
0020139700_01 - 03/12 - AWB
2
of
om de gewenste
3 seconden
.
Menu
Betekenis
Actie/ Informatie
Keuze van de
Kies een waarde:
hydraulische
1 = installatie met 1 collectorveld
configuratie
(fabrieksinstelling)
HYD
2 = Niet van toepassing
3 = Niet van toepassing
Regeling van het
Niet beschikbaar
debiet van de
zonnesysteem
vloeistof voor de
berekening van de
FLOW
opgevangen zonne-
energie
Herinitialisatie van
Niet beschikbaar
de waarde van de
SRES
opgevangen zonne-
energie
Terugzetten van de
0 = bedrijfsurenteller
bedrijfsuren
1 = terugstellen van de
PRES
bedrijfsurenteller bij de volgende
aflezing
Max. temperatuur van
Kies een waarde tussen 20°C en
boiler 1
90°C.
Om de prestatie van het systeem te
verbeteren, bevelen we de volgende
waarden aan (fabrieksinstelling:
75°C):
MAXT
- tegen kalksteen vorming: 60°C
1
- bij afwezigheid van een
thermostatisch mengventiel: 50°C
tot 60°C
- bij zacht water met een mengventiel
in de installatie: 90°C
Temperatuurverschil
Als het temperatuurverschil tussen
voor het starten
de sensor van de collector en de
van de pomp in het
sensor van de zonneboiler groter
zonnesysteem
is dan 7°C (fabrieksinstelling), dan
start de regeling de pomp van het
zonnesysteem.
De pomp werkt zolang het
temperatuurverschil tussen de
dON 1
sensor van de collector en de sensor
de zonneboiler groter is dan "dOFF",
en tot de voor de zonneboiler
ingestelde temperatuur bereikt is.
"dON" moet altijd minstens 2°C
hoger zijn dan "dOFF".
Kies een waarde tussen 2°C en 25°C
(fabrieksinstelling: 7°C)
Temperatuurverschil
Wanneer het temperatuurverschil
voor het uitschakelen
tussen de sensor van de collector en
van de pomp in het
de sensor van de zonneboiler kleiner
zonnesysteem
is dan 3°C (fabrieksinstelling), dan
stopt de regeling de pomp van het
dOFF
zonnesysteem.
1
"dOFF" moet altijd minstens 2°C
lager zijn dan "dON".
Kies een waarde tussen 1°C en 20°C
(fabrieksinstelling: 3°C)
Max. temperatuur van
Niet beschikbaar
MAXT
boiler 2
2
Temperatuurafwijking
Niet beschikbaar
voor het starten
dON 2
van de pomp in
zonnesysteem B
INSTALLATIE
NL
- 9 -