LED-
indicatielampjes
Continu
Instructie voor eindgebruiker / Storingzoeken
Maatregel 1
Als het oranje LED-indicatielampje "alarm"
op de laadregelaar continu brandt, dan
moet de laadregelaar vervangen worden.
Reset de aardlekschakelaar in het
oplaadstation.
Controleer of de 8-polige snelaansluiting op
de laadregelaar correct aangesloten is.
Controleer op correcte aarding en fasen in
het elektrische systeem van het gebouw
Wanneer auto aangesloten is: Ontkoppel de
oplaadkabel van het oplaadstation; nu gaat
het LED-indicatielampje weer op GROEN.
Sluit de oplaadkabel opnieuw aan om te
beginnen met opladen. Het opladen herstart
automatisch na 15 minuten als de kabel niet
ontkoppeld wordt.
Reset de stroomonderbreker.
Controleer interne bedrading en onderdelen
op mogelijke oorzaken van kortsluiting.
Controleer de maximaal toegestane stroom
in de opladerconfiguratie van de backend
(OperatorCurrentLimit).
Controleer bedrading en aansluiting
motorvergrendeling op beschadiging.
Controleer of stang en arm van het
vergrendelingsmechanisme niet vastzitten.
Controleer of de connector correct in de
contactdoos is gestoken. Hierbij mag u
enige kracht zetten.
Controleer of er geen vreemde voorwerpen
in het stopcontact zitten die de connector in
de weg zitten.
Maatregel 2
Heeft u alles
geprobeerd maar
zonder resultaat?
Neem contact op
met monteur.
Continu rood
licht geeft altijd
een alarm naar
de backend-
operator.
NL
37